Samenvatting
Het aantal tumorsoorten (benigne en maligne) dat kan uitgaan van de oogleden, ogen en orbita is groot. De meeste primaire maligne tumoren gaan uit van het ooglid of van het inwendige van het oog. Het basaalcelcarcinoom is de meest voorkomende maligniteit van het ooglid, en wordt bij voorkeur operatief behandeld. Van de primaire intraoculaire maligniteiten is bij volwassenen het melanoom van de uvea de meest voorkomende tumor. Afhankelijk van de grootte van de tumor wordt die tegenwoordig bij voorkeur behandeld met oogsparende therapie. Welke oogsparende behandeling de beste is, moet voor elke patiënt afzonderlijk worden bepaald. De meest voorkomende primaire intraoculaire tumor bij kinderen is het retinoblastoom. Het oog moet vaak worden geënucleëerd, maar kan in bepaalde gevallen ook oogsparend worden behandeld met een combinatie van lokale therapie en chemotherapie. PAM en naevi van de conjunctiva kunnen ontaarden in maligne melanoom. De klinische beoordeling van beide aandoeningen vereist ervaring. De behandeling geschiedt meestal door excisie, eventueel gecombineerd met cryotherapie of topicale chemotherapie. Orbitatumoren zijn relatief zeldzaam. Patiënten hebben veelal last van periorbitale drukpijn, tranen, proptosis, roodheid en zwelling en ptosis. Meestal betreft het inflammatoire aandoeningen, minder vaak primaire maligniteiten. Metastasen zijn de meest prevalente maligniteiten in de orbita en in het oog. Over het algemeen reageren ze goed op radiotherapie. Verder kunnen tumoren doorgroeien vanuit een aangrenzende paranasale sinus of vanuit intracraniale tumoren. Tumoren die gezien hun relatieve zeldzaamheid problemen geven in de diagnostiek, dan wel de te kiezen behandeling, kunnen in multidisciplinair verband besproken worden in de Nederlandse tertiaire centra.