Skip to main content
Top

2006 | OriginalPaper | Hoofdstuk

Trombosediensten vragen na overlijden van patiënten naar de doodsoorzaak om inzicht te krijgen in complicaties van antistolling. Mag dit?

Auteur : Prof. Mr. W.R. Kastelein

Gepubliceerd in: Vademecum permanente nascholing huisartsen

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Van belang is hoe de verhouding van de patiënt is/was tot de trombosedienst.
Op grond van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst is de overeenkomst inzake geneeskundige behandeling een overeenkomst waarbij een natuurlijke persoon of een rechtspersoon zich in de uitoefening van een geneeskundig beroep of bedrijf tegenover een ander, de opdrachtgever (de patiënt) verbindt tot het verrichten van handelingen op het gebied van de geneeskunst, rechtstreeks betrekking hebbende op de persoon van de opdrachtgever. Degene op wiens persoon de handelingen rechtstreeks betrekking hebben, wordt aangeduid als de patiënt (zie art. 7:446 lid 1 BW). Op basis van dit artikel is een trombosedienst een hulpverlener in de zin van de WGBO, omdat deze dienst handelingen verricht rechtstreeks betrekking hebbende op de patiënt in het kader van een geneeskundige behandeling.
Metagegevens
Titel
Trombosediensten vragen na overlijden van patiënten naar de doodsoorzaak om inzicht te krijgen in complicaties van antistolling. Mag dit?
Auteur
Prof. Mr. W.R. Kastelein
Copyright
2006
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8808-0_800