01-04-2013 | artikelen
Trends bij oriënterend medisch onderzoek van buitenlandse adoptiekinderen
Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Kindergeneeskunde | Uitgave 2/2013
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Doel.
Beschrijven van trends in uitkomsten bij oriënterend medisch onderzoek van buitenlandse adoptiekinderen in de periode 2005-2010 en vergelijken met de bevindingen in de periode 2001-2004. Bepalen of aanpassingen van het onderzoeksprotocol buitenlandse adoptiekinderen nodig zijn.
Opzet.
Retrospectief statusonderzoek.
Methode.
In drie ziekenhuizen werden alle gegevens van alle buitenlandse adoptiekinderen in de periode 2005-2010, onderverdeeld in drie perioden van twee jaar, vergeleken met de bevindingen in de periode 2001-2004. Alle patiënten waren per ziekenhuis in alle drie de perioden aan de hand van hetzelfde protocol door dezelfde arts onderzocht.
Resultaten.
Gedurende de onderzoeksperiode was er een geringe verschuiving in de landen van herkomst. In beide perioden werden bij 75% van de onderzochte kinderen een of meer afwijkingen gevonden; het grootste deel was goed behandelbaar of behoefde geen behandeling. Het merendeel van de kinderen had KNO- en (parasitaire) darminfecties en huidaandoeningen. Het aantal special-needskinderen steeg van 3 naar 31%. Het aantal kinderen met psychomotore ontwikkelingsachterstand verminderde, hoewel de voedingstoestand verslechterde. Het aantal kinderen dat positief was getest voor MRSA in twee ziekenhuizen was 6-14%.
Conclusies.
Zes tot veertien procent van de buitenlandse adoptiekinderen is MRSA-positief en het aantal special-needskinderen, die naar verwachting frequent opgenomen moeten worden, neemt toe. Daarom wordt voorgesteld MRSA-screening toe te voegen aan het onderzoeksprotocol buitenlandse adoptiekinderen. Er zijn geen redenen om het protocol in te korten of te ontdoen van diagnostiek.