Samenvatting
De zorg voor traumaslachtoffers heeft zich de laatste decennia in een sneltreinvaart ontwikkeld. Het inzicht ontstond dat de traumapatiënt zich bevindt in een keten van zorg, die buiten het ziekenhuis begint met de alarmering via telefoonnummer 112 en doorloopt naar de afdeling spoedeisende hulp, röntgenkamer, operatiekamer, IC-afdeling, verpleegafdeling, eventueel polikliniek, tot aan het revalidatiecentrum. Na een succesvolle eerste behandeling elders komt de patiënt op de intensive care terecht. In dit hoofdstuk wordt een aantal belangrijke specifieke letsels besproken. Ten eerste gaat het om thoraxtrauma, zoals een spanningspneumothorax, open pneumothorax, fladderthorax, (massale) hematothorax en harttamponnade. Vervolgens worden abdominaal trauma (milt- en leverletsels, maag-, darm- en mesenteriumletsels), retroperitoneale letsels, bekkenfracturen, acetabulumfracturen en extremiteitenletsels onder de loep genomen. Naast de diagnostiek, met bijvoorbeeld uitleg over de gebruikte scoresystemen, is er aandacht voor de aangewezen behandelingen. Ook de taken van IC-verpleegkundigen worden gedetailleerd besproken.