Gepubliceerd in:
2015 | OriginalPaper | Hoofdstuk
11. Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen
Samenvatting
Spanningsbronnen of stressoren stellen de weerbaarheid en het aanpassingsvermogen van mensen op de proef. Wanneer men deze stressoren als bedreigend ervaart, ontstaat stress. Dit gaat met tal van klachten en symptomen gepaard. Er kunnen stoornissen in het gevoelsleven optreden en allerlei lichamelijke klachten.
Naast de ernst en duur van de stressor, bepalen vooral de wijze waarop betrokkenen hiermee omgaan (coping), bepaalde persoonlijkheidskenmerken en sociale ondersteuning of er een aanpassingsstoornis ontstaat. Bij de behandeling worden veelal eerst de spanningsklachten aangepakt en vervolgens het copinggedrag en de stressor zelf. Bij gecompliceerde rouw gaat het er om de rouwverwerking weer op gang te brengen, vooral door het vermijdingsgedrag en niet-helpende gedachten aan te pakken.
Na een psychotrauma (blootstelling aan een feitelijke of dreigende dood, ernstige verwonding of seksueel geweld) kan een acute of posttraumatische- stressstoornis (PTSS) ontstaan. De patiënten kunnen diverse klachten vertonen en hebben last van herbelevingen van de schokkende ervaring. Exposure en EMDR zijn hier veel toegepaste therapieën.