Als Nederlandse ziekenhuizen de registratie van hun sterftecijfers beter bijhouden, kunnen daarmee potentieel tweeduizend sterfgevallen vermeden worden. Dit betoogt HSMR-deskundige André van der Veen in het Algemeen Dagblad. Uit de cijfers die gepubliceerd zijn in het kader van HSMR blijkt dat de meeste sterfgevallen in ziekenhuizen in Limburg plaatsvinden.
Volgens Van der Veen gaat er van registratie van de sterftecijfers een preventieve werking uit. Een hoog sterftecijfer laat namelijk zien waar versneld verbeteringen moeten worden doorgevoerd. Van der Veen krijgt in het AD bijval van de Brit Brian Jarman, grondlegger van het systeem van gestandaardiseerde sterftecijfers HSMR, het internationaal toegepaste systeem dat bepaalt of het aantal overleden patiënten in een ziekenhuis onnodig hoog is. “Met serieuze aandacht voor sterftecijfers hadden vele levens gered kunnen worden”, aldus Jarman.
Serieus
Eind maart maakten 65 van de 92 ziekenhuizen hun sterftecijfers openbaar. Veel ziekenhuizen plaatsten de kanttekening dat hun administratie niet op orde is en daarmee ook het sterftecijfer niet. Onbegrijpelijk, vindt Jarman: “Neem het serieus. Over de periode van 10 jaar is de sterfte in Britse ziekenhuizen met 20 procent gedaald. We hebben het dan over duizenden geredde levens.”
Limburg
Uit de cijfers zie de ziekenhuizen bekend maakten, bleek dat de ziekenhuissterfte het laagst is in Zeeland, Groningen en Friesland en het hoogst in Limburg. De reden daarvoor ligt in culturele en religieuze verschillen per regio. Die bepalen voor een groot deel of mensen het ziekenhuis opzoeken of juist bewust mijden om er te sterven of een dierbare te laten overlijden. De cijfers zeggen volgens de opstellers van het rapport niet per se iets over de kwaliteit van de zorg in de ziekenhuizen in die provincies. Wat de invloed van bijvoorbeeld religie, familiecultuur en mantelzorg is op 'ziekenhuismortaliteit', moet volgens hen nog verder worden onderzocht.