01-02-2011 | Spectrum
Tot welke leeftijd is beroepsarbeid mogelijk?
Gepubliceerd in: TSG - Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen | Uitgave 2/2011
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
De vraag wat een passende pensioenleeftijd is speelde al aan het einde van de negentiende eeuw. In Duitsland kwam toen een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid tot stand dat ook een oudedagsvoorziening bevatte als onderdeel van de Invaliditeitsverzekering. Arbeiders ontvingen een klein pensioen, aanvankelijk vanaf 70 jaar en sinds 1916 vanaf 65 jaar. Ze werden vanaf die leeftijd als ‘invalide’ beschouwd omdat ze niet meer in staat waren tot loonarbeid. In Nederland kwam een vergelijkbare Invaliditeitswet tot stand. In het wetsvoorstel was sprake van een pensioenleeftijd van 70 jaar, maar deze werd verlaagd tot 65 jaar toen de wet in 1919 werd aangenomen. In dat jaar kwam ook de Ouderdomswet tot stand die zelfstandigen een klein pensioen bood. Deze wetgeving betrof alleen mensen die een inkomen verdienden. In 1947 kwam de ‘noodwet- Drees’ tot stand, een tijdelijke regeling voor ouderen zonder middelen om zelf in hun onderhoud te voorzien. De Algemene Ouderdomswet (AOW), bedoeld voor iedere 65-plusser, is pas van 1957.
1