Skip to main content
Top
Gepubliceerd in:
Omslag van het boek

2013 | OriginalPaper | Hoofdstuk

15. Toetsen met voortgangstoetsen

Auteurs : Arno Muijtjens, Wynand Wijnen

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Inleiding

Waarom voortgangstoetsing?
Wat is de rol van de vakdocent?
Wat is te bereiken met voortgangstoetsing?
Wat zijn de voor- en nadelen?
Welke voorwaarden gelden voor succesvolle toepassing?
Voetnoten
1
Sinds het academisch jaar 1999/2000 wordt in een samenwerkingsverband tussen de geneeskundefaculteiten van de universiteiten van Groningen, Nijmegen en Maastricht gezamenlijk een interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG) samengesteld en afgenomen bij alle studenten geneeskunde van de drie faculteiten. In 2006 is de geneeskundefaculteit van de universiteit van Leiden toegetreden tot dit samenwerkingsverband en sinds 2007 wordt de toets ook afgenomen bij geneeskundestudenten van de VU Amsterdam.
 
2
Voor september 2005 was de voortgangstoets samengesteld uit juist/onjuist-vragen. De overgang van juist/onjuist-vragen naar meerkeuzevragen werd gemotiveerd door overwegingen van meettechnische en inhoudelijke aard. Meerkeuzevragen leveren in het algemeen een meer betrouwbare score en een kleinere kans om het correcte antwoord te raden dan juist/onjuist-vragen. Daarnaast is deze vraagvorm flexibeler dan een juist/onjuist-vraag en biedt daardoor meer mogelijkheden om een probleem adequaat te bevragen.
 
Metagegevens
Titel
Toetsen met voortgangstoetsen
Auteurs
Arno Muijtjens
Wynand Wijnen
Copyright
2013
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0239-0_15