29-06-2017 | Opmerkelijk
To screen or not to screen: onterechte kritiek op instrumenten voor screening van kindermishandeling
Auteurs:
Dr. Claudia van der Put, Dr. Mark Assink, Annemiek Vial, Msc, Prof. dr. Geert Jan Stams
Gepubliceerd in:
Kind en adolescent
|
Uitgave 3/2017
Log in om toegang te krijgen
Extract
Nederland werd onlangs opgeschrikt door het verontrustende bericht dat de screeningsvragenlijst die artsen invullen om kindermishandeling te signaleren tot veel onterechte verdenkingen van kindermishandeling leidt (o.a. Visser in de Volkskrant, 20 maart
2017; NOS, 20 maart
2017). Dit bericht was gebaseerd op onderzoek van Schouten et al. (
2017) waarin de validiteit van dit instrument werd onderzocht. Het betreffende instrument bevat onder meer vragen over de mate waarin het letsel van een kind past bij de verklaring van de ouders en de vraag of oudere letsels waarneembaar zijn. De antwoorden op deze vragen leiden wel of niet tot vermoedens van kindermishandeling bij de behandelend arts, en in het geval van vermoedens volgt nader onderzoek. Volgens Schouten et al. blijkt nu dat het gebruik van deze screeningsvragenlijst tot zeer veel onterechte verdenkingen van kindermishandeling leidt: op elke 100 verdenkingen waren er 92 onterecht (d.w.z., 92 valspositieve uitslagen). Echter, de harde negatieve uitspraak van deze onderzoekers over de kwaliteit van dit instrument is aanvechtbaar. Het gebruik van instrumenten voor screening van kindermishandeling lijkt zo onterecht in een negatief daglicht te zijn geplaatst. Gegronde uitspraken over valse uitslagen van instrumenten kunnen immers alleen gedaan worden als het criterium van afdoende kwaliteit is. …