Skip to main content
Top
Gepubliceerd in:
Omslag van het boek

2014 | OriginalPaper | Hoofdstuk

1. Theoretische aspecten van de manuele therapie

Auteurs : D.L. Egmond, R. Schuitemaker

Gepubliceerd in: Extremiteiten

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

In hoofdstuk 1 worden de bij het biopsychosociaal denkmodel behorende begrippen, methodiek en systematiek uitgebreid gedefinieerd en toegelicht. De algemene (sub)doelstellingen van het vak worden verklaard, gekoppeld aan de implementatie op de werkvloer. Het Meerdimensionaal Belasting Belastbaarheidmodel (MDBB-model), Common Sense Model, New disability model en de KNGF-richtlijn Verslaglegging krijgen een belangrijke plaats. Binnen anatomische, medische, psychologische en psychofysiologische begrippenkaders wordt de link gelegd met veelvoorkomende manueeltherapeutische werkdiagnoses.
Er is ruime aandacht voor het concept van de bindweefselplaten, onder andere voor de rol van het myofasciale bindweefsel en het tussenliggende losmazige reticulaire bindweefsel (MCDAS). Belangrijke aandoeningen worden beschreven ter bevordering van het screeningsproces. Er is veel aandacht voor patroonherkenning, rode vlaggen, protocollen en protocolprofielen. Aan de hand van innovatieve differentiaaldiagnostiek kunnen ‘medisch begrepen’ pijn en ‘medisch onbegrepen’ pijn worden geclasseerd binnen diagnosegroepen en protocolprofielen. Een nieuw diagnosecoderingsysteem vereenvoudigt en verbetert outcome monitoring. Binnen het psychologische en psychofysiologische begrippenkader worden alle aspecten rond de gele vlaggen belicht, zoals centrale sensitisatie. Er is ruime aandacht voor de werking van het zenuwstelsel en de invloed van stress, en er wordt inzicht verschaft in de verschillende behandelstrategieën en de hypothese van de segmentale stoornis.
In 28 intermezzi worden praktische problemen en abstracte informatie inzichtelijk gemaakt. Mooie voorbeelden zijn de gazonmetafoor, de emmermetafoor, de marmelademetafoor en de 24-uurregel.
Bijlagen
Alleen toegankelijk voor geautoriseerde gebruikers
Voetnoten
1
Voorbeelden van netwerken waarbinnen gespecialiseerde (manueel)therapeuten en artsen samenwerken: Schoudernetwerk Nederland: www.​schoudernetwerk.​nl en het Europees schoudernetwerk: www.​eusser.​org.
 
2
In Nederland bestaat een verplicht BIG-register (Beroepen Individuele Gezondheidszorg) en een kwaliteitsregister van de NVMT (Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie) ter waarborging van de kwaliteit en van onder andere een juiste beroepshouding.
 
3
Het reponeren van een geluxeerd gewricht is voorbehouden aan een (deskundig en bevoegd) arts.
 
4
SMART: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden.
 
5
Auteurs John Bos en Leo Hagenaars.
 
6
Zie de Ottawa Ankle Rules (► par. 10.​10.​1.) en Ottawa Knee Rules (► par. 11.​7.​1).
 
7
Logistiek = huisvesting, transport en voeding. Oorsprong: de krijgskunde.
 
8
Hyaluronan (vroeger ook hyaluronzuur of hyaluronaat genoemd) is een glycosaminoglycaan en is een van de belangrijkste componenten van de extracellulaire matrix in bindweefsel, epitheelweefsel en zenuwweefsel. Het is belangrijk voor de celproliferatie en -migratie en is wellicht ook betrokken bij de progressie van sommige tumoren.
 
9
pH = zuurgraad met een schaal van 1-14. Van 7 tot 1: toenemend zuur, van 7 tot 14: toenemend basisch.
 
10
Matrixmetalloproteases (MMP’s) zijn enzymen die de extracellulaire matrixeiwitten kunnen afbreken.
 
11
Vergelijk deze neovascularisatie met de ingroei van bloedvaatjes bij degeneratie van peesweefsel (tendinose).
 
12
Behaviourisme: psychologie van het objectief waarneembaar gedrag en daarop steunende filosofie (Pavlov, Skinner).
 
13
Door de arts veroorzaakt.
 
14
Met dank aan Leo Hagenaars en Maurice Harder.
 
15
Voorbeelden van vezelig of hyalien kraakbeen met vascularisatie: kraakbeen van zuigelingen en jonge kinderen, buitenranden van de kniemenisci, triangulair fibrocartilagineus complex in de pols, dorsale rand van de lumbosacrale disci.
 
16
Als neuroactieve proteïnen worden alleen substance-P en prostaglandine E2 beschreven. Het basisprincipe van de neurogene ontsteking wordt verklaard. Voor verdere details wordt verwezen naar de biochemische literatuur.
 
Metagegevens
Titel
Theoretische aspecten van de manuele therapie
Auteurs
D.L. Egmond
R. Schuitemaker
Copyright
2014
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0592-6_1