Samenvatting
Wanneer patiënten na een succesvol doorlopen revalidatie opnieuw beperkingen ervaren en een verminderde participatie, dan spreken we van een terugval. Voor de patiënt lijkt een toename van pijn vaak een trigger, maar als behandelaar vraagt men zich af welke verandering heeft geleid tot een terugval in gedrag zoals vóór de revalidatie. Al tijdens de behandeling is het belangrijk de patiënt voor te bereiden op een mogelijke terugval. Wanneer de patiënt op de hoogte is van factoren die een terugval kunnen veroorzaken, herkent hij deze mogelijk. Een terugvalpreventieplan kan de patiënt helpen informatie uit de behandeling terug te halen, waarmee een terugval in beperkingen en participatie snel kan worden tegengegaan. Bij voorkeur door de patiënt zelf, maar er kan ook naar een terugvalpreventieplan verwezen worden door de huisarts, revalidatiearts of behandelaar (afhankelijk van bij wie de patiënt zich met zijn terugval meldt). Indien de patiënt er niet uitkomt met het vooraf opgestelde terugvalpreventieplan, wordt een analyse gemaakt van de belangrijkste verandering. Op grond daarvan kan een advies worden gedaan: enkele behandelingen ter opfrissing van het geleerde in de eerstelijn wanneer dat mogelijk is, of in de revalidatiesetting indien een multidisciplinaire aanpak noodzakelijk is.