01-06-2015
Temperamenttypes bij peuters
Stabiliteit en longitudinale relaties met negatief en positief opvoedgedrag
Auteurs: Dr. Alithe L. van den Akker, Prof. dr. Maja Deković, Prof. dr. Peter Prinzie, Dr. Jessica J. Asscher
Gepubliceerd in: Kind en adolescent | Uitgave 2/2015
Log in om toegang te krijgenshare
DELEN
Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)
-
Optie A:
-
Optie B:Deel de link per e-mail
Samenvatting
In deze studie onderzochten we de stabiliteit van temperamenttypes bij peuters, en longitudinale relaties tussen temperamenttypes en opvoedgedrag.
Moeders (n = 96) rapporteerden vier keer in één jaar over het temperament van hun kinderen (44 % meisjes; gemiddelde leeftijd = 30 maanden, bereik = 18–43 maanden). Opvoedgedrag werd door middel van observaties en zelfrapportage gemeten.
We vonden drie temperamenttypes: een ‘gewoon’ type, een ‘expressief’ type met externaliserende problemen, en een ‘angstig’ type met internaliserende problemen. Temperamenttypes waren zeer stabiel over tijd (72 % stabiliteit na een jaar). Veranderingen in temperamenttype waren gerelateerd aan opvoedgedrag: toenames in de kans om tot het gewone type te behoren, waren gerelateerd aan toenames in positief en afnames in negatief opvoedgedrag. Toenames in de kans om tot het angstige of expressieve type te behoren waren gerelateerd aan afnames in positief opvoedgedrag.
Temperamenttypes zijn zeer stabiel bij peuters, en veranderingen zijn gerelateerd aan opvoedgedrag.