Abstract
Vroeger bleven zowel directe als indirecte restauraties voornamelijk op hun plaats door macromechanische retentie en de specifieke weerstandsvorm van de tandpreparatie (retentievorm). Adhesieve technieken hebben echter een grote omkeer gebracht in de restauratieve tandheelkunde. Tegenwoordig is er voor elk soort substraat een geschikt adhesief, waarbij een materiaal aan tandweefsel of aan een bepaald restauratiemateriaal (bijv. een oude vulling of kroon) ‘gehecht’ kan worden. De letterlijke vertaling van een adhesief is dan eigenlijk ook ‘lijm’. Zo zijn er adhesieven om aan glazuur, dentine, composiet, metaal en porselein te hechten. Een adhesief geeft niet alleen retentie, maar moet ook zorgen voor een goede verzegeling tegen het indringen van mondvloeistoffen.