Radio en kranten besteedden afgelopen week ruim aandacht aan het feit dat het tandartsentekort in Nederland ernstige vormen aanneemt nu de instroom van buitenlandse tandartsen ingestort is.
ALDECAstudio / stock.adobe.com
Het tandartsentekort, dat al was ontstaan door te weinig opleidingsplaatsen, werd tot nu toe redelijk gecompenseerd door een instroom van buitenlandse tandartsen, met name uit Spanje en Griekenland.
In 2016 dienden nog 390 buitenlanders een aanvraag bij het BIG-register in om zich hier als tandarts te vestigen, maar vanaf januari 2017 werden nog maar 109 aanvragen geregistreerd. Twee factoren spelen een rol bij deze terugloop:
- De economische situatie in Zuid-Europa is verbeterd, waardoor men weer in eigen land aan de slag gaat.
- Per 1 januari 2017 moeten buitenlanders een bewijs van taalvaardigheid tonen.
Periferieproblemen
Deze extra wettelijke verplichting draagt ertoe bij dat het tandartsentekort nu echt nijpend geworden is. In Nederland mag jaarlijks maar een beperkt aantal studenten toetreden tot de tandartsenopleiding. Dit is wettelijk vastgesteld. Jaarlijks komen er 240 tandartsen bij, terwijl er 300 met pensioen gaan. Met name in de periferie van Nederland levert dit grote problemen op.
De tandartsen zelf kunnen daartoe ook de hand in eigen boezem steken, want Nederlandse tandartsen willen vooral in de Randstad werken. Patrick Crielaers, praktijkadviseur bij wervingsbureau Dental Care Professionals, stelt: ‘In het buitengebied is het moeilijk. Je ziet een grote trek naar de Randstad. Voor praktijken in de periferie zijn we toch aangewezen op buitenlandse tandartsen. Die zijn wel bereid daar iets op te bouwen. Maar voor hen is het sinds vorig jaar veel moeilijker om een plek in het BIG-register te krijgen.’
Mohammed Qasem, die de oorlog in Irak ontvluchtte, begrijpt wel dat een taalvaardigheidsbewijs essentieel is: ‘De taal is de sleutel tot alles. Als ik de taal niet spreek, kan ik Nederland niets. Het werk is hier niet anders dan in Bagdad deed, maar ik moet wel de Nederlandse termen kennen.’
Toch zien veel buitenlandse tandartsen in de aangescherpte eisen een reden om niet voor Nederland te kiezen als het land waar ze willen gaan werken. Mede door het wegvallen van een substantieel aantal buitenlandse tandartsen is er volgens de KNMT nu sprake van tandartsen die hun pensioen uitstellen, omdat ze geen geschikte opvolger kunnen vinden.
Numerus fixus
Aan de ene kant een tandartsentekort en aan de andere kant een student die uitgeloot wordt voor de studie tandheelkunde... Hoe verhoudt zich dat?
Zowel de KNMT als het zogenoemde Capaciteitenorgaan adviseert het ministerie van Volksgezondheid al jaren meer studenten toe te laten tot de tandheelkundeopleiding. Tot op heden blijft de numerus fixus op de universiteit echter gehandhaafd.
Het ministerie van VWS zegt dat zij vooralsnog geen tekort signaleert, maar zij onderzoekt in verband met een en ander de opleidingscapaciteit in de mondzorg. Dit onderzoek richt zich met name op het aantal tandartsen met een niet-Nederlands diploma. Het resultaat zal dit voorjaar nog het licht moeten zien.
Tandheelkundig Nederland kijkt ernaar uit, maar meer nog naar het aantal opleidingsplaatsen dat in verhouding staat met het aantal tandartsen waar de Nederlandse patiënt behoefte aan heeft.
Bronnen: NPO 1, Spraakmakers en Algemeen Dagblad