Het is te gênant voor woorden en toch ga ik ze hier op proberen neer te tikken. Zondag werd ik wakker met oorpijn, de nacht erop werd ik wakker van de kiespijn, maandagnacht sliep ik er niet van. Dinsdagochtend vroeg ik aan mijn opdrachtgevende tandarts of hij eens wilde kijken. Eigenlijk wist ik al wat er me te wachten stond.
Springer/Picscout
Die geimpacteerde M3 moest eruit en dat wist ik allang. Maar ja, ik wist ook dat je dit wel twee weken zeer kon doen en dat je er ziek van kon zijn. Dat moest ik toch wel even ergens inplannen, maar dat inplannen koste mij schijnbaar jaren. Wanneer komt zoiets nou uit? Wanneer kon ik zomaar patiënten gaan verzetten, dat leuke congres zomaar niet gaan volgen en niet naar die vergadering gaan? Allemaal dingen die ik voor liet gaan want ach, met die verstandskies zal het toch vast wel goed gaan? Ik had immers geen last….
Dus de tandarts keek en maakte toch nog maar een foto. Met zijn tweeën keken we verbluft naar de foto…dat zal toch geen cariës zijn, die zwarte vlek? Een mondhygiënist met cariës? Die twee leken onverenigbaar. Oja, mijn kaakgewricht was ook nog flink overbelast want dat splintje had ik ook al in geen jaren meer gedragen nadat mijn twee M3’s in de bovenkaak steeds verder uitpiepten. Tja, een nieuwe splint zou ik wel een keertje regelen…ergens tussendoor…ooit…
De tandarts had de pericoronitis nog behandeld met wat H2O en ik ging weer aan het werk terwijl de tandarts even gauw een verwijzing maakte naar de kaakchirurg. Tussen de bedrijven door las ik de mediabom van de ANT over wie er nu moest boren. De gemoederen laaide op en ik besloot de discussie op Mondzorgforum van Facebook een zwijgen op te leggen. Ik trok het gewoon niet. In de middagpauze verging ik van de pijn en zat serieus te janken. De voorzitter van de NVM belde me en ik snauwde haar haast af. “Okay…nu moet ik echt de kaakchirurg bellen.”, bedacht ik me. De volgende dag kon ik terecht voor een consult.
Ja, een consult. Dat vond ik nodig…uitstel van executie! Maar de kaakchirurg wilde aardig doen en besloot me diezelfde dag terug te laten komen. Dan was ik er vanaf. Toen werd ik pas echt zenuwachtig. Stijf van de zenuwen nam ik plaats voor de verdoving. De kaakchirurg kende ik en dat stelde me al wat gerust. Wat een schat is hij, ik heb hem en de assistent een high five gegeven toen het kreng eruit was.
Echt, ik heb me kapot geërgerd aan mensen die hun hoofd in het zand staken nadat ik uit alle macht had geprobeerd te vertellen dat ze echt moesten laten behandelen. Aan die mensen die na alle advies de wind te hebben gegooid, aanklopten op de meest onmogelijke tijden voor een spoedje. Maar ik ben zelf geen haar beter. Ik ben schijnbaar ook een mens. Een mens waarbij de empathie voor patiënten alleen maar is gestegen. Ik heb er van geleerd.
Gerelateerd