Op 20 februari vond, in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op 15 maart, in het congrescentrum NBC in Nieuwegein Het Grote Zorgdebat plaats, dat integraal werd uitgezonden via internet. Het Grote Zorgdebat ‘Zorg voor de toekomst’ werd georganiseerd door 25 branche- en belangenorganisaties in de zorg en was vrij toegankelijk voor iedereen die zich betrokken voelt bij de gezondheidszorg in Nederland.
Goed, toegankelijk en betaalbaar
Kandidaat Tweede Kamerleden werden aan de tand gevoeld over de vraag hoe gezondheidszorg ook in de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar blijft.
De woordvoerders zorg van tien politieke partijen debatteerden over thema’s als:
- patiënt/cliënt in relatie tot professionals
- samenwerking in de arbeidsmarkt en preventie
- hoe kan maatwerk geboden worden aan patiënten/cliënten?
- wordt de juiste zorg op de juiste plaats geleverd?
- hoe worden dreigende tekorten op de arbeidsmarkt aangepakt?
- bij wie ligt de verantwoordelijkheid met betrekking tot preventie?
Zorg over toekomstige zorg
De voorzitters van de beroepsorganisaties tandheelkunde hebben hun zorg over de tandzorg in de toekomst als volgt geventileerd.
KNMT voorzitter, tandarts jurist, Wolter Brands benadrukt dat mondzorg meer is dan alleen gaatjes vullen, het betreft ook algemeen medische zaken (zoals bijvoorbeeld verwijzing in geval van een carcinoom in de mondholte) en tandheelkundige problemen die probleem-gerelateerd zijn aan een medische aandoening (bijvoorbeeld diabetes).
Voorts stelt hij dat de beroepsgroep te kampen heeft met vergrijzing, elk jaar gaan 300 tandartsen met pensioen, terwijl er jaarlijks maar 200 tandartsen opgeleid worden. Dat betekent dat er in de nabije toekomst een tekort aan tandartsen dreigt. VWS denkt dat gat te vullen met buitenlandse tandartsen, maar dat, betoogt Brands, zet geen zoden aan de dijk: ‘Nederlandse tandartsen zijn gericht op preventie, buitenlandse tandartsen op curatie. Bovendien keren veel buitenlandse tandartsen terug, daardoor hebben we te maken met een onzekere factor.’
Tenslotte, besluit Brands, ontbreekt de menselijke maat in de zorg. Er moet regelgeving komen die ervoor zorgt dat de menselijke maat weer terugkeert in de zorg.
Ook ANT-voorzitter, tandarts, Jan Willem Vaartjes vindt het nakende tekort aan tandartsen een groot probleem. Dit is volgens hem absoluut niet op te lossen door taakherschikking: ‘Het beleid van VWS is gericht op een kunstmatig tekort, om op die manier taakherschikking af te dwingen. Juist nu tandheelkundige zorg zich positief geprofileerd heeft in teams in zorgcentra, waar de patiënt alle tandheelkundige zorg onder 1 dak vindt, pleit VWS voor taakherschikking. Dat zal resulteren in versnipperde zorg, met alle gevolgen van dien’, aldus een verontwaardigde Vaartjes.
Manon Splunter, voorzitter NVM, mondhygiënist, heeft weliswaar begrip voor de onrust die is ontstaan naar aanleiding van het voorstel van Minister Schippers (VVD) om via uitbreiding van de Wet BIG tot taakherschikking te komen, maar begrijpt de weerstand van de tandartsen niet: ‘Goede zorg stelt de patiënt voorop, beroepsverenigingen moeten elkaar niet afvallen, maar samen knelpunten oplossen Splunter roept de Kamerleden op de beoogde taakherschikking een kans te geven.
Brands: ‘De Nederlandse tandzorg behoort tot de top van Europa, toch is het nog slecht gesteld met de gebitten van jonge kinderen en kwetsbare ouderen, daarom is preventief handelen in teamverband op 1 adres waar de patiënt voor alle tandzorg terecht kan essentieel, nu en in de toekomst.’
Nationaal Preventie Akkoord
Brands nam met zijn uitspraak over preventie een voorschot op het onderwerp dat het zorgdebat van 20 februari beheerste: Preventie.
Aan het eind van een dag debatteren over zorg bleek het belang van een Nationaal Preventie Akkoord, zoals geïnitieerd door CDA en D’66, met stip op nummer 1te staan. Het schrappen van regels, vermindering van bureaucratie bezette de tweede plek. Aansluiting van zorg op de vraag van de patiënt kwam ook uitgebreid aan de orde, er werd een paradox geconstateerd tussen gebrek aan personeel en kosten van educatie. Betaalbaarheid van de zorg bleek overigens in alle geledingen een belangrijk punt van aandacht.
Voor wat betreft de noodzaak van preventie gooiden CDA en D’66 dus de hoogste ogen, (‘gezondheid begint vóór de zorg, verwaarloosde gebitten kunnen leiden tot hartproblemen’), 50 + zoemde als enige partij specifiek in op de mondzorg, zij willen tandzorg in het kader van de preventie weer terug in het basispakket.
Op 15 maart zal moeten blijken of de zorg haar voordeel zal doen met dit zorgdebat.