01-04-2011
Succesfactoren voor soa/hiv preventie voor vrouwen van Afro-Surinaamse en Antilliaanse afkomst
Lessen van UmaTori!
Gepubliceerd in: TSG - Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen | Uitgave 3/2011
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Dit artikel beschrijft de evaluatie van Uma Tori, een soa/hiv preventie interventie voor vrouwen van Surinaamse en Antilliaanse afkomst in Den Haag, Amsterdam en Rotterdam. Er wordt beargumenteerd hoe verschillen in implementatie mogelijk samenhangen met effectiviteit. Dit artikel gaat ook vanuit de eerder uitgevoerde proces- en effectevaluatie in op mogelijke oorzaken voor de verschillen in het huidige gebruik van de interventie. Uit recent onderzoek blijkt namelijk dat Uma Tori in Rotterdam nog steeds gebruikt wordt en is uitgebreid naar andere doelgroepen. Maar in Amsterdam is dit niet het geval. De interventie was gericht op het vergroten van bewustwording van seksuele risico’s en machtsverhoudingen binnen relaties en op het verbeteren van vaardigheden om bewuste keuzes te maken voor veilige seksuele relaties. Effecten van de interventie werden gemeten met een pre-post-test design. Daarnaast werd een procesevaluatie uitgevoerd met behulp van logboeken, focus groep discussies en interviews. De uitkomsten van de effectevaluatie lieten positieve effecten zien op kennis, risicoperceptie, subjectieve norm, seksuele assertiviteit en intentie om veilig vrijen te onderhandelen met de partner. Na de interventie gaven deelneemsters van Uma Tori aan meer met hun partners te communiceren over veilig vrijen. In Rotterdam waren de effecten het grootst. Uit de procesevaluatie bleken aanzienlijke verschillen in implementatie te bestaan tussen de drie steden, zoals de wervingstrategie voor deelnemers, de beschikbare middelen, tijd en ondersteuning voor implementatie. Uma Tori is geslaagd in het mobiliseren van vrouwengroepen van Antilliaanse en Surinaame afkomst in Nederland. De onderzoeksresultaten laten korte termijn veranderingen zien op het niveau van cognities, intentie tot veilig vrijen en seksuele communicatie, wat uiteindelijk kan bijdragen aan hun seksuele gezondheid. De verschillen in implementatie en effecten tussen de drie steden, suggereren dat de effecten samenhangen met de kwaliteit van implementatie. Om effectiviteit te waarborgen is het daarom raadzaam om al bij de interventieontwikkeling veel tijd te besteden aan bevorderen van participatie van alle betrokken partijen en een goede implementatie op grotere schaal.