01-04-2003 | Journaal
Structurele ontrouw
Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap | Uitgave 4/2003
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Begin 2002 kwamen in Roermond bij een door de vader veroorzaakte brand 6 kinderen om het leven. Het gezin was psychosociaal zeer hulpbehoevend. Diverse hulpverleningsinstanties probeerden te helpen. Hoe kan zoiets gebeuren, is dan de verzuchting in de kranten. En wat volgt, is een deels in de media gevoerde discussie over wie eigenlijk verantwoordelijk was. Niemand. Anne Braaksma, gezinsvoogd, schrijft dan: ‘Continuïteit in de hulpverlening is voor een gezin nodig om vertrouwen en betrouwbaarheid op te bouwen. Een persoonlijke relatie tussen hulpverlener en gezin is bovendien niet overdraagbaar. Bij elke overdracht, zoals nu vaak gebeurt, wordt het gezin impliciet in de steek gelaten’. Structurele ontrouw is een goede beschrijving van wat er gebeurt als steeds wisselende instanties betrokken worden bij een probleemgezin.