Een goede MGv-strategie is afgestemd op de individuele patiënt: op zijn ambivalentie en zijn perspectief op het te veranderen gedrag, en op de betekenis die hij geeft aan het te veranderen gedrag. Gedurende het gesprek past de verpleegkundige haar MGv-strategie voortdurend aan op grond van het verloop van het patiëntproces van steeds sterker gemotiveerd raken. Daarom is het belangrijk om eerst zo veel mogelijk informatie van de patiënt te verkrijgen. Afhankelijk van het type ambivalentie richt de verpleegkundige haar gespreksstrategie op een van de vier verandermechanismen. Om de vorming van actieve ingrediënten te bevorderen, kiest de verpleegkundige doelgericht uit de mogelijke hulpverlenerfactoren die samen de gespreksstrategie bepalen. Afhankelijk van de cliëntreacties besluit de verpleegkundige of de gekozen strategie adequaat is of bijstelling behoeft. Daarbij gaat het steeds om de vraag op welke wijze de relevante verandermechanismen getriggerd kunnen worden.