Patiënten met medicatieafhankelijke hoofdpijn die hun hoofdpijnmedicatie moeten staken, slagen daar vaker in als ze ondersteuning krijgen van een hoofdpijnverpleegkundige. Dat concludeert Judith Pijpers, onderzoeker aan het LUMC.
Bij medicatieafhankelijke hoofdpijn kennen patiënten niet het verschil tussen migraine en ‘gewone’ hoofdpijn omdat ze dagelijks medicatie nemen. Vaak slikken de patiënten een combinatie van triptanen, paracetamol en/of NSAID’s en gebruiken ze daarnaast caffeïnehoudende dranken.
Echt nodig
Gina van Vemde, hoofdpijn- en researchverpleegkundige in ISALA klinieken in Zwolle, vertelt dat deze patiënten eerst van alle medicijnen afgeholpen moeten worden. ‘Er ontstaat gewenning, zodat deze mensen niet meer de ene hoofdpijn van de andere kunnen onderscheiden. Dat is nodig om te kunnen bepalen wanneer een bepaald medicijn echt nodig is. Ook voelen hoofdpijnpatiënten zich door alle medicijnen die ze slikken vaak helemaal niet fit. In het begin kunnen ze zich niet voorstellen dat ze twee maanden niets meer mogen slikken, hun hele leven staat daardoor op de kop. Wij hebben daar begrip voor en vertellen dan dat we uit ervaring weten dat ze zich in de derde maand vaak een stuk beter gaan voelen. En dat ze daarna veel minder medicatie nodig hebben. Patiënten houden in de stoptijd een dagboek bij. Ook is er telefonisch contact om de patiënten te ondersteunen in deze periode.’
Hulpt werkt echt goed
De hulp van de hoofdpijnverpleegkundige werkt inderdaad goed, zo bevestigt het onderzoek van het LUMC. Van de patiënten die hulp kregen van de hoofdpijnverpleegkundige stopte 73 procent daadwerkelijk met de hoofdpijnmiddelen, versus 61 procent van de patiënten die geen hulp kregen. Ook daalde de hoofdpijnfrequentie fors, het meest (56 procent) bij patiënten met migraine.
Lees ook Somatoforme stoornissen, T.A. Kuut, T. de Man, Bijzijn XL6-2014
Auteur(s): Aliëtte Jonkers/Adri van Beelen