Skip to main content
Top

2014 | Boek

Stoornissen in pimaire mondfuncties

Handboek Stem–, Spraak– en Taalpathologie 12

Redacteuren: H.F.M. Peters, R. Bastiaanse, J. Van Borsel, K. Jansonius-Schultheiss, Sj. Van der Meulen, B.J.E. Mondelaers

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Het Handboek Stem-Spraak-Taalpathologie verscheen tussen 1997 en 2007 gefaseerd in losse afleveringen. Daarin werd alle kennis op het gebied van de stem-, spraak- en taalpathologie vanuit verschillende disciplines samengebracht. Het Handboek is bestemd voor iedereen die klinisch-praktisch of meer theoretisch is geïnteresseerd, of vanuit een ander vakgebied hiermee in aanraking komt. Voor logopedisten, artsen, linguïsten, spraak- en taalpathologen, audiologen, pedagogen en psychologen in Nederland en België is het Handboek een onmisbare vraagbaak.

Deel 12 behandelt stoornissen in primaire mondfuncties.

Inhoudsopgave

Voorwerk
Vormaspecten en afwijkend mondgedrag
augustus 2001
Samenvatting
Afwijkend mondgedrag kan, maar hoeft niet per se schadelijke gevolgen hebben. In een afwijkende vorm kan afwijkend mondgedrag aanwezig zijn dat niet leidt tot andere orale afwijkingen. De belangrijkste negatieve gevolgen van afwijkend mondgedrag liggen op het vlak van de gezondheid, de functie van de mondorganen en vormveranderingen. Bij een normale ontwikkeling houden verschillende mondstructuren (kaak, tong en lippen) elkaar in evenwicht. Door afwijkende mondgewoonten kan dit evenwicht echter worden doorbroken met als gevolg duidelijke vormveranderingen en functieafwijkingen. Deze negatieve gevolgen worden door diverse auteurs vooral bij mondademen en duim– en vingerzuigen beschreven.
H.F.M. Peters, R. Bastiaanse, J. Van Borsel, K. Jansonius-Schultheiss, Sj. Van der Meulen, B.J.E. Mondelaers
Voedingsproblematiek bij baby’s en jonge kinderen
augustus 2001
Samenvatting
De medische en technologische vooruitgang van de laatste jaren heeft tot gevolg dat veel baby's en jonge kinderen overleven die voordien niet in leven konden gehouden worden. Daardoor stijgt het aantal kinderen dat prematuur geboren wordt met een te laag geboortegewicht en worden ouders en artsen geconfronteerd met een aantal problemen, zoals die met de voeding. Er zijn dus nieuwe strategieën nodig om zulke problemen die vroeger niet bestonden, te herkennen en te behandelen. De logopedische problemen hierbij zijn oraal–motorisch van aard, ze betreffen de sensorische waarneming, voedselopname en voedselverwerking (Arvedson e.a., 1993).
H.F.M. Peters, R. Bastiaanse, J. Van Borsel, K. Jansonius-Schultheiss, Sj. Van der Meulen, B.J.E. Mondelaers
Beschrijving van speciale diagnostische categorieën
augustus 2001
Samenvatting
In de literatuur worden vaak modellen beschreven om voedings– en slikproblemen bij kinderen adequaat te beoordelen, ook met het oog op de behandeling.
H.F.M. Peters, R. Bastiaanse, J. Van Borsel, K. Jansonius-Schultheiss, Sj. Van der Meulen, B.J.E. Mondelaers
Temporomandibulaire disfunctie en logopedie: inleiding en diagnostiek
november 2005
Samenvatting
Onder temporomandibulaire disfuncties (tmd) worden aandoeningen verstaan van het kaakgewricht en de kauwspieren, alsmede de omliggende structuren (Okeson, 1996). Deze term wordt gebruikt als aandoeningen zoals tumoren, groeistoornissen en systeemziekten zijn uitgesloten. In het kader van een consult (diagnostiek of behandeling) kan de logopedist worden geconfronteerd met pijnklachten in het hoofd, de nek en het gelaat en/of bewegingsbeperking van de onderkaak. Als sprake is van een temporomandibulaire disfunctie betreft het gewoonlijk pijn voor het oor, of in de regio van de wang of de slaap. Kenmerkend zijn de houdings-, bewegings-en belastingsaf hankelijkheid van klachten.
H.F.M. Peters, R. Bastiaanse, J. Van Borsel, K. Jansonius-Schultheiss, Sj. Van der Meulen, B.J.E. Mondelaers
Diagnostiek van voedingsproblemen bij baby’s en jonge kinderen
augustus 2001
Samenvatting
Het kiezen van het juiste diagnostisch instrument bij een voedingsprobleem is zeer belangrijk, omdat correcte diagnose hiervan de basis is voor elke vorm van behandeling (Sonies, 1994). Er zijn vele technisch–diagnostische tests en procedures in omloop voor kinderen met voedingsproblemen. De logopedist moet op de hoogte zijn van alle mogelijke diagnostische tests en de voor– en nadelen ervan, deze kunnen interpreteren en de uitslag integreren in de evaluatie van de voeding.
H.F.M. Peters, R. Bastiaanse, J. Van Borsel, K. Jansonius-Schultheiss, Sj. Van der Meulen, B.J.E. Mondelaers
Diagnostiek afwijkend mondgedrag
augustus 2001
Samenvatting
In de klinische praktijk wordt de diagnose van het open–mondgedrag gesteld via een anamnesegesprek, een observatie van het gewoontegedrag en een grondige controle van de mondorganen (Remmelink, 1994).
H.F.M. Peters, R. Bastiaanse, J. Van Borsel, K. Jansonius-Schultheiss, Sj. Van der Meulen, B.J.E. Mondelaers
Therapie van eet- en drinkproblemen bij kinderen
april 2004
Samenvatting
De behandeling van kinderen met voedingsproblemen vraagt een allround therapeut met uitstekende communicatieve vaardigheden die op subtiele manier de vaak jonge ouders, maar ook de zeer bezorgde grootouders kan adviseren en geruststellen. Dit hoofdstuk heeft als doel professionele hulpverleners richtlijnen te bieden in de behandeling van het jonge kind dat niet kan eten en drinken, door het geven van een overzicht van de meest frequente problemen in de therapie en door te verwijzen naar verschillende boeken over zuig- en eetproblemen bij kinderen, die de concrete dagelijkse therapie voor de logopedist tot in detail beschrijven (Oetter, Richter, 1988; Wolf and Glass, 1992; Winstock, 1994; McCurtin, 1997; Swigert, 1998; Earnest, 2000; Pierce, 2002).
H.F.M. Peters, R. Bastiaanse, J. Van Borsel, K. Jansonius-Schultheiss, Sj. Van der Meulen, B.J.E. Mondelaers
Therapie afwijkend mondgedrag
oktober 2000
Samenvatting
Een keuze voor een therapeutische techniek voor de aanpak van mondademen wordt vooral bepaald door de patiëntkenmerken (ernst–complexiteit, leeftijd, interesse, motivatie, aandacht–concentratie) en door de opleiding en de persoonlijke voorkeur van de therapeut. Er wordt zowel met hulpmiddelen als met oefentherapie gewerkt. Het gaat dan om oral screens, lippleisters en neusverwijdende middelen. Een oral screen is een mondscherm dat in het vestibulum oris, de ruimte tussen de lippen en de tanden, geplaatst wordt. De lippleisters en neusstrips worden gebruikt om de oefeninspanningen van de dag niet verloren te laten gaan tijdens de nacht (Garliner, 1974; Owman–Moll & Ingervall, 1984; Idema & Damsté, 1994; Petruson & Theman, 1996).
H.F.M. Peters, R. Bastiaanse, J. Van Borsel, K. Jansonius-Schultheiss, Sj. Van der Meulen, B.J.E. Mondelaers
Behandeling van specifieke stoornissen bij het voeden van baby’s
augustus 2004
Samenvatting
Er zijn verschillende diagnostische categorieën bekend met voedingsproblemen. Een bepaalde patiëntengroep vertoont meestal een unieke combinatie van verschillende voedingsproblemen zoals oraal-motorische, oraal-sensorische en/of slikproblemen. We verwijzen naar hoofdstuk B2.3.1 in dit handboek. Daarin worden de specifieke elementen voor een bepaalde diagnostische groep toegelicht en het is opgebouwd in eenzelfde structuur als hoofdstuk B2.1.3.
H.F.M. Peters, R. Bastiaanse, J. Van Borsel, K. Jansonius-Schultheiss, Sj. Van der Meulen, B.J.E. Mondelaers
Transdisciplinaire aanpak van voedings– en slikproblemen
augustus 2001
Samenvatting
Voedings– en/of slikproblemen overschrijden vaak de grenzen van één discipline (Bach e.a., 1989; Ravich e.a., 1985). Hierdoor wordt het moeilijk te beslissen welke medisch of paramedisch specialist het kind moet onderzoeken. Dit maakt de multidisciplinaire aanpak, die steeds vaker in de geneeskunde voorkomt, zinvol in de zorg voor kinderen met voedings– en slikmoeilijkheden. In sommige instellingen onderzoeken de leden van het team gezamenlijk het kind. Na het onderzoek en het stellen van de diagnose, geven de teamleden een gezamenlijk advies (Ravich e.a., 1985).
H.F.M. Peters, R. Bastiaanse, J. Van Borsel, K. Jansonius-Schultheiss, Sj. Van der Meulen, B.J.E. Mondelaers
Temporomandibulaire disfunctie en logopedie: behandeling
juli 2006
Samenvatting
Bij de behandeling van temporomandibulaire disfuncties (tmd) kunnen verschillende disciplines zijn betrokken. De keuze wordt bepaald door de aard van de aandoening, de actualiteit ervan (acuut, chronisch), de prognostische factoren waaronder persoonskenmerken en contextuele factoren, alsmede de complexiteit. Indien op logopedisch terrein duidelijke factoren worden vastgesteld die het fysiologisch functioneren van het kauwstelsel compromitteren, zal de logopedist deel uitmaken van het behandelteam. Ook als er in eerste aanleg op logopedisch terrein geen duidelijke beïnvloedende factoren worden gevonden, kan de logopedist bij de therapie worden betrokken omdat sommige behandelmodaliteiten niet beroepsspecifiek zullen blijken te zijn. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan ontspanning en habit reversal. De lezer wordt verondersteld op de hoogte te zijn van de inhoud van katern B2.1.4 in dit handboek betreffende tmd en logopedie: inleiding en diagnostiek (Steenks, 2005).
H.F.M. Peters, R. Bastiaanse, J. Van Borsel, K. Jansonius-Schultheiss, Sj. Van der Meulen, B.J.E. Mondelaers
Meer informatie
Titel
Stoornissen in pimaire mondfuncties
Redacteuren
H.F.M. Peters
R. Bastiaanse
J. Van Borsel
K. Jansonius-Schultheiss
Sj. Van der Meulen
B.J.E. Mondelaers
Copyright
2014
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-0806-4
Print ISBN
978-90-368-0805-7
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0806-4