Vanaf mijn 22ste ben ik 5 (zegge vijf) jaar in psychoanalyse geweest. Nog echt ouderwets zoals Freud het ver voor de oorlog al bedoelde: vijf dagen per week een uur op de divan! De bedoeling was dat ik zo min mogelijk gecensureerd en gecontroleerd zei wat er in mij omging of opkwam. Daar was ik nu niet bepaald goed in, mede reden waarom ik in analyse wilde. Ik heb altijd lekker kunnen lullen, maar dat was minstens even vaak om iets niet te zeggen dan om iets mee te delen. Menigeen trapte daarin. De beroemde psychiater die de intakegesprekken voor de analyse met mij voerde, achtte mij geschikt voor een analyse. En – wilde hij nog wel even kwijt – hij had nog nooit eerder iemand zo grappig en aanstekelijk horen praten over zoveel ellende. Pas weken later drong het tot mij door dat de trots daarover die mij vervulde volledig misplaatst was… …