Skip to main content
Top

2009 | wo | Boek

Sportgeneeskunde

Redacteuren: Dr. F. Baarveld, Prof. dr. F.J.G. Backx, Prof. dr. Th.B. Voorn

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Sport gaat een steeds voornamere rol spelen in onze huidige samenleving. Sportgeneeskunde is als een nieuw onderwerp in de reeks Praktische huisartsgeneeskunde daarom goed op z'n plaats. Dit praktische kwaliteitshandboek is een onmisbaar element in de advisering van de huidige (in-)actieve mens. Sportgeneeskunde biedt huisartsen en huisartsen in opleiding de mogelijkheid hun kennis op het gebied van de sportgeneeskunde te actualiseren en te concretiseren maar is zeker ook interessant voor onder meer de sportarts, revalidatiearts en fysiotherapeut.In Sportgeneeskunde geven deskundigen vanuit diverse praktijken, ziekenhuizen en instellingen in Nederland een overzicht van het kennisdomein van de sportgeneeskunde.Het boek omvat vijf delen. In het eerste deel komen positieve en negatieve aspecten van bewegen en de epidemiologie van sportblessures aan bod. In het tweede deel wordt aandacht besteed aan sport en bewegen bij specifieke groepen, bij: jeugd, volwassenen, ouderen, verstandelijk gehandicapten en zwangeren. Het derde deel behandelt het nut van bewegen van mensen met een chronische ziekte, als epilepsie, hartziekte, diabetes mellitus, astma, artrose en osteoporose. In het vierde deel worden de mogelijke sportblessures per lokalisatie beschreven, van hoofd tot voet. Het vijfde deel schetst verschillende maatregelen ter preventie van sportletsel. De heldere structuur en de vele illustraties maken Sportgeneeskunde zeer bruikbaar in praktijk en studie.Sportgeneeskunde verschijnt in de reeks Praktische huisartsgeneeskunde. In deze reeks verschijnen uitgaven met praktische en klachtgerichte informatie over de verschillende deelgebieden in de huisartsgeneeskunde.

Inhoudsopgave

Voorwerk

INLEIDING

Voorwerk
1. Sport, bewegen en gezondheid
Samenvatting
Grote groepen mensen zijn wekelijks, soms dagelijks sportief actief. Meer dan tien miljoen Nederlanders beoefenen een of meer sporten bij een van de 29.000 sportverenigingen, ruim 2000 fitnesscentra en sportscholen, of in niet-georganiseerd verband. Bij de sportverenigingen zijn ongeveer 1,2 miljoen mensen actief, als vrijwilliger, bestuurder, scheidsrechter of toeschouwer. De belangstelling voor sport is enorm en neemt nog steeds toe. Figuur 1.1 geeft een overzicht van het aantal sportbeoefenaars per sport ten opzichte van de totale bevolking.
F.J.G. Backx, F. Baarveld, Th.B. Voorn
2. Positieve aspecten van sport en bewegen
Samenvatting
Sportbeoefening kent vele positieve effecten. Regelmatige lichamelijke activiteit en sport leiden tot een kleinere kans op hart- en vaatziekten, osteoporose, overgewicht, hypertensie, beroertes, lage rugklachten, niet-insulineafhankelijke diabetes en voortijdig overlijden. Daarnaast bevordert sport het afweersysteem en de lichamelijke fitheid. Door sport en sportief bewegen zijn mensen beter bestand tegen stress. Bewegingsarmoede of lichamelijke inactiviteit wordt dan ook sinds enkele jaren wereldwijd beschouwd als een onafhankelijke risicofactor voor de gezondheid. Tevens wordt sport bij sommige aandoeningen benut als aanvullende therapie, zoals bij chronisch hartfalen, astma en COPD, reumatoïde artritis en depressie. Daarom voert de overheid al jaren een actief beleid om lichamelijk inactieve Nederlanders te stimuleren tot meer bewegen.
F.J.G. Backx, F. Baarveld, Th.B. Voorn
3. Negatieve aspecten van sport en bewegen
Samenvatting
Sport komt regelmatig in negatieve zin in de publiciteit met onderwerpen als dopinggebruik, plotse dood bij sport, seksuele intimidatie en voetbalvandalisme. Negatief zijn ook de veel voorkomende sportblessures. Jaarlijks zijn dat er in Nederland zo’n 1,5 miljoen. In de helft van deze gevallen wordt een arts en/of fysiotherapeut geraadpleegd.
F.J.G. Backx, F. Baarveld, Th.B. Voorn
4. Epidemiologie van sportblessures in de huisartspraktijk
Samenvatting
Tot nu toe is er weinig systematisch onderzoek verricht naar sportblessures in de huisartspraktijk. In de open populatie zijn enkele grote onderzoeken gedaan waaruit een idee gekregen kan worden van het aantal sportblessures dat optreedt en welk deel daarvan (para)medisch wordt behandeld.
F.J.G. Backx, F. Baarveld, Th.B. Voorn

SPORT EN BEWEGEN BIJ SPECIFIEKE GROEPEN

Voorwerk
5. Bewegen bij de jeugd
Samenvatting
In dit hoofdstuk worden met jeugd bedoeld alle kinderen en jongeren tussen 0 en 23 jaar. Met deze leeftijdskeuze wordt aangesloten bij het jeugdbeleid van de rijksoverheid. Iets meer dan een kwart van de Nederlandse bevolking bestaat uit jeugd. Het grootste deel van die groep is schoolgaand.
H.W. Hack, Y.O Wagemaker, R.M. Zwart
6. Bewegen bij volwassenen
Samenvatting
Voor de volwassen bevolking blijkt bewegen een belangrijke determinant van (on)gezondheid en vroegtijdig overlijden. Voldoende bewegen kan het beloop van tal van chronische ziekten gunstig beïnvloeden. Daarnaast is bewegen een belangrijk middel om overgewicht te voorkomen of te beheersen. Voor werknemers geldt bovendien dat voldoende bewegen de inzet baarheid en productiviteit bevordert. Onvoldoende bewegen brengt dan ook een forse kostenpost met zich mee voor de gezondheidszorg en ook voor het bedrijfsleven in termen van ziekteverzuim.
V.H. Hildebrandt, W.T.M. Ooijendijk
7. Bewegen bij ouderen
Samenvatting
Door de vergrijzing zal het aantal ouderen (55-plussers) de komende decen nia progressief stijgen. In 2003 was 14 procent van de bevolking 65 jaar of ouder, in 2040 zal dit percentage zijn hoogste punt bereiken en zijn toegenomen tot 23 procent. De schatting is dat het aandeel 55-plussers dan zal zijn toegenomen tot 35 procent van de totale bevolking. Deze toename is het gevolg van de zogenoemde dubbele vergrijzing. Het aantal ouderen neemt absoluut gezien toe en de ouderen worden gemiddeld steeds nog iets ouder. Als ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven functioneren, heeft dat gunstige gevolgen. In de eerste plaats neemt de kwaliteit van leven van de ouderen toe. In de tweede plaats kunnen als gevolg van hun langer zelfstandig en onafhankelijk functioneren waarschijnlijk aanzienlijke kostenbesparingen in de gezondheidszorg worden gerealiseerd.
M. Stevens
8. Bewegen bij mensen met een verstandelijke handicap
Samenvatting
Het sporten voor mensen met een verstandelijke handicap kan zich verheugen in een groeiende belangstelling. Hoewel er nog onvoldoende aandacht aan besteed wordt, is de deelname van sporters met een verstandelijke handicap aan georganiseerde sporten de laatste jaren duidelijk toegenomen. Voor de huisarts betekent dit dat hij of zij steeds vaker vragen zal krijgen over sport en bewegen bij mensen met een verstandelijke handicap.
J.J. Roosendaal, F.J.G. Backx
9. Zwangerschap en sport
Samenvatting
In de westerse cultuur is het sinds enkele decennia gebruikelijk dat vrouwen zich in de loop van de zwangerschap geleidelijk onthouden van zware lichamelijke inspanning. Dit om mogelijke risico’s voor moeder en kind te vermijden. In andere culturen en in het dierenrijk gaat het er vaak anders aan toe. Het is daarom de vraag of inspanning tijdens de zwangerschap werkelijk risico’s met zich meebrengt.
M.B. van Doorn

BEWEGEN BIJ CHRONISCHE AANDOENINGEN

Voorwerk
10. Hoofdpijn
Samenvatting
Wat vraagt de patiënt?
  • Ik wil een sport gaan doen en daar hoort intensieve training bij. Ik aarzel tussen een krachtsport en een duursport. Wat is beter?
  • Zijn bepaalde sporten af te raden voor sporters met hoofdpijnklachten?
  • Kan ik medicijnen gebruiken tijdens het sporten?
R. Oudega
11. Epilepsie
Samenvatting
Wat vraagt de patiënt?
  • Ik wil graag een sport gaan doen en daar hoort intensieve training bij. Ik denk zelf aan judo en hockey. Kan dat?
  • Hoe groot is de kans op een epilepsieaanval tijdens het sporten?
  • Welke voorzorgsmaatregelen kan ik treffen?
F.J.G Backx
12. Dementie
Samenvatting
Wat vraagt de patiënt?
  • Mijn vader leed aan dementie; kan ik door mijn lifestyle aan te passen mijn eigen risico op dementie beperken? Kan sport daarbij een rol spelen?
  • Familieleden brengen tijdens het spreekuurcontact hun vader ter sprake die steeds vergeetachtiger wordt. Kan hij blijven sporten?
R. Oudega
13. Hart- en vaatziekten: congenitale hartziekten
Samenvatting
Wat vraagt de patiënt?
  • Ik ben nu twintig jaar en ik wil graag aan intensieve sportbeoefening doen. Ik ben van plan om mijn talent voor het wielrennen verder uit te werken; ik ben namelijk geselecteerd voor de amateurs. Heb ik een verhoogd risico om te overlijden aan plotse hartdood?
  • Is aanvullend onderzoek of een sportmedische analyse nodig?
H.J.W Dijkstra
14. Hart- en vaatziekten: coronaire hartziekten
Samenvatting
Wat vraagt de patiënt?
  • Ik ben een man van 65 jaar en heb een hartinfarct achter de rug. Zo wil ik niet verder en dus wil ik gaan sporten om een tweede hartinfarct te voorkomen. Ik denk aan hardlopen (met als doel de marathon van New York), kan dat?
  • Hoe groot is het risico op een tweede hartinfarct tijdens het hardlopen?
  • Maakt het uit of ik recreatief of wedstrijden wil lopen?
  • Ik wil op vakantie ook gaan scubadiven; kunt u de medische keuring verzorgen?
H.J.W Dijkstra
15. Hart- en vaatziekten: perifeer vaatlijden
Samenvatting
Een man van 65 jaar met perifeer vaatlijden komt op het spreekuur en vraagt:
H.J.W Dijkstra
16. Hypertensie
Samenvatting
Wat vraagt de patiënt?
  • Kan ik met mijn hoge bloeddruk wel sporten?
  • Wat zijn de risico’s voor mijn gezondheid als ik sport?
  • Ik gebruik een medicijn voor mijn bloeddruk. Mag ik hiermee sporten?
L.P Heere
17. Diabetes mellitus type 1
Samenvatting
Wat vraagt de patiënt?
  • Ik wil graag aan sport gaan doen. Zijn alle sporten mogelijk?
  • Krijg ik meer blessures nu ik diabetes heb?
  • Is mijn conditie door de diabetes slechter?
  • Loop ik een grotere kans op hypo’s bij het sporten?
  • Moet ik anders gaan eten of moet ik minder insuline spuiten als ik ga sporten?
L.P Heere
18. Diabetes mellitus type 2
Samenvatting
Wat vraagt de patiënt?
  • Ik heb diabetes type 2 en ik wil graag aan sport doen. Is sporten mogelijk en zijn alle sporten mogelijk?
  • Loop ik een grotere kans op hypo’s bij het sporten?
  • Moet ik eerst afvallen vóór ik ga beginnenmet bewegen?
L.P Heere
19. Astma
Samenvatting
Wat vraagt de patiënt?
  • Mag ik sporten met astma?
  • Welke sporten hebben een positief effect op mijn astma en welke sporten zijn af te raden?
  • Kan ik mijn prestaties met medicatie verbeteren en is alle medicatie toegestaan in verband met dopinggebruik?
  • Moet ik nog speciale voorzorgsmaatregelen treffen?
H.B.A van de Sande
20. Inspanningsastma
Samenvatting
Wat vraagt de patiënt?
  • Waarom krijg ik als ik sport klachten van benauwdheid, hoesten, piepen en moeilijkheden met ademen?
  • Waarom ben ik moe na sporten?
  • Waarom presteer ik minder en kan ik hier iets aan doen?
  • Kan ik elke sport beoefenen die ik wil?
H.B.A van de Sande
21. COPD
Samenvatting
Wat vraagt de patiënt?
  • Mijn lichamelijke fitheid gaat erg achteruit. Kan sport mij helpen mijn conditie te verbeteren?
  • Welke sporten hebben een positief effect op mijn conditie?
  • Welke sporten kan ik beter niet doen bij COPD?
  • Ik gebruik inhalatiemedicatie, wat moet ik doen als ik ga sporten?
H.B.A van de Sande
22. Artrose: degeneratieve lumbale afwijkingen
Samenvatting
Wat vraagt de patiënt?
  • Ik ben nu 50 jaar oud en leid een actief leven. Ik hoor om me heen zoveel verschillende meningen. Is het nu wel of niet verstandig om te gaan sporten bij slijtage van de lage rug (lumbale wervelkolom)?
  • Kan ik een hernia krijgen door het sporten en door welke sporten dan in het bijzonder?
  • Kan ik door sport ook juist de kans op klachten van mijn onderrug verminderen of verergering voorkomen?
  • Welke sporten zijn goed en welke zijn niet goed ten aanzien van lage rugbelasting?
H.J.W. Dijkstra
23. Artrose: coxartrose
Samenvatting
Wat vraagt de patiënt?
  • Ik moet afvallen, dus ik wil meer gaan sporten. Kan dat met mijn versleten heup?
  • Wat zijn de voordelen van sport en wat zijn de nadelen?
  • Zijn er sporten die ik zeker niet moet doen?
  • Loop ik kans op verergering van de klachten bij sportbeoefening?
  • Kan ik na een heupvervanging (totale heup) nog wel sporten?
H.J.W. Dijkstra
24. Artrose: gonartrose
Samenvatting
Wat vraagt de patiënt?
  • Ik ben nu 40 jaar en wil weer gaan voetballen, maar ik heb in het verleden een voorste kruisbandruptuur en een meniscusoperatie gehad. Heb ik als gevolg daarvan nu een verhoogd risico op artrose? Kan ik sporten en zo ja, welke sporten kan ik wel en welke moet ik liever niet kiezen?
  • Kan ik maatregelen nemen die de kans op artrosevorming kunnen verkleinen?
  • Loop ik bij sportbeoefening een verhoogd risico op artrose van een knie?
  • Als er te zijner tijd een knieprothese (totale knie?) geplaatst moet worden, is het dan over met het sporten?
H.J.W. Dijkstra
25. Osteoporose
Samenvatting
Wat vraagt de patiënt?
  • Ik ben nu in de menopauze en wil graag aan een sport gaan doen, maar ik heb osteoporose. Met welke sport loop ik minder kans op een botbreuk?
  • Kan ik door sporten mijn osteoporose ook afremmen?
  • Mijn dochter van 14 jaar turnt zeer intensief en is nog steeds niet ongesteld. Heeft zij later meer kans op osteoporose?
R. Oudega
26. Kanker en sport
Samenvatting
Wat vraagt de patiënt?
  • Een 40-jarige vrouw met een mammacarcinoom links voelt zich, twee maanden na een lumpectomie gevolgd door chemotherapie, moe. Als zij zich in het verleden, voor de ontdekking van de mammatumor, niet fit voelde, had zij altijd baat bij sporten. Is het verstandig om dit ook nu weer op te pakken, of zal de vermoeidheid dan alleen maar toenemen?
  • Als sporten zinvol is, welke sporttakken hebben dan de voorkeur?
  • Als patiënte weer gaat sporten, dient ze dan ergens rekening mee te houden, of ergens specifiek op te letten?
M.B. van Doorn

SPORTBLESSURES

Voorwerk
27. Hoofd en nek
Samenvatting
Een 26-jarige voetbalspeler raakt bewusteloos na een hoofd-hoofdcontact tijdens een kopduel. De huisarts bezoekt de speler, nadat deze naar huis is gebracht.
E. Matser, B. English
28. Schouder
Samenvatting
Andere benamingen voor deze aandoening: (sub)luxatie glenohumeraal, hyperlaxiteit, multidirectionele laxiteit.
M.P.J. van der List, S. Westerweel-Holtslag
29. 29 Sleutelbeen (clavicula)
Samenvatting
Andere benamingen voor deze aandoening: sleutelbeenbreuk, claviculafissuur, fractuur van clavicula met volledige dislocatie en verkorting.
M.P.J. van der List
30. Elleboog
Samenvatting
Andere benamingen voor deze aandoening: epicondylitis lateralis humeri, tendinose van de extensoren, chronische tendinose van de extensoren, tendinose extensor carpi radialis brevis (ECRB).
D. Eygendaal, B. Pluim
31. Pols
Samenvatting
Ik ben gevallen en heb nu een pijnlijke pols. Het is een diepe, zeurende pijn aan de binnenzijde van de pols. Deze wordt erger bij knijpen en als ik voorwerpen vastpak. Wat is er aan de hand?
C. Peters-Veluthamaningal, F. Baarveld
32. Hand en vingers
Samenvatting
Ik kan me geen echt trauma herinneren en het doet ook geen pijn, maar waarom kan ik opeens de top van mijn vinger niet meer volledig strekken?
M.J.P.F. Ritt
33. Wervelkolom: thoracaal
Samenvatting
De hoofdbenaming van de klacht is M. Scheuermann. Andere benamingen voor deze aandoening: juveniele kyfose; thoracale osteochondrose.
E.J.M. Schoots
34. Wervelkolom: lumbaal
Samenvatting
Gisteren heb ik tijdens het fitnessen bij het squatten acuut pijn onderin de rug gekregen. Vanmorgen had ik pijnscheuten in mijn linkerbeen uitstralend tot in de enkel. Ik kon nauwelijks mijn bed uitkomen, als ik probeer rechtop te staan schiet de pijn weer in het been. Wat is dit en wat valt eraan te doen?
E.J.M. Schoots
35. Romp
Samenvatting
Een 22-jarige rugbyer, die tijdens een competitiewedstrijd in de flank wordt geramd, krijgt acuut heftige pijn en kan niet meer doorspelen vanwege benauwdheid.
E.R. Hammacher
36. Heup/lies/bovenbeen
Samenvatting
Een 19-jarige rechtsbenige middenvelder uit het eerste elftal van een plaatselijke amateurvoetbalvereniging heeft een sinds twee maanden bestaande liesblessure links. Normaalgesproken traint hij tweemaal per week en speelt hij één wedstrijd per week. Dit is zijn eerste seizoen in het eerste elftal.
H. Inklaar
37. Knie
Samenvatting
Ik heb mijn knie verdraaid. Zelfs bij normaal lopen blijft die pijn doen. Hijis(bijgeϊsoleerd letsel) niet dik en ik kan hem redelijk normaal bewegen. Alleen in uitgestrekte stand en bij maximaal buigen is de knie pijnlijk. Wat kan ik doen om hier gauw weer vanaf te zijn?
E.R.H.A. Hendriks
38. Onderbeen
Samenvatting
Dokter, ik heb pijn aan mijn scheenbeen/in mijn scheenbeenspier (m. tibialis anterior). Wat is er aan de hand?
G.C. van Enst, F. Baarveld
39. Enkel
Samenvatting
Ik heb sinds drie maanden pijn diep in mijn enkel. De pijn is ontstaan na een trauma en heeft een zeurend karakter. Vaak is de enkel ’s ochtends stijf. Wat kan dit zijn?
A.C.M. Pijnenburg
40. Voet
Samenvatting
Andere benamingen voor deze aandoening: bunion, knok.
A.C.M. Pijnenburg

PREVENTIE

Voorwerk
41. Sportfysiotherapie
Samenvatting
In Nederland komen per jaar ongeveer 1,5 miljoen sportblessures voor. Vijftig procent daarvan wordt medisch dan wel paramedisch behandeld (Schmikli, 2005). Ongeveer 84 procent van deze blessures is plotseling en 16 procent geleidelijk ontstaan. Geleidelijk ontstane blessures, ook wel over belastingsblessures genoemd, worden meestal slecht geregistreerd. Voorzichtige schattingen laten een hoger percentage overbelastingsblessures zien. Uit een landelijk onderzoek onder geregistreerde sportfysiotherapeu ten blijkt dat sportfysiotherapeuten, behalve acute blessures, voor circa 47 procent te maken hebben met overbelastingsblessures (Ooijendijk, 2003). Overbelastingsblessures zijn de gevolgen van herhaalde submaximale belasting in collageenhoudende structuren zoals pezen, inserties, origo’s en fasciae. Op microscopisch en submicroscopisch niveau ontstaan dan structurele beschadigingen die door een ontstekingachtige reactie worden gerepareerd. Deze reactie bepaalt het klinische beeld.
R.E.H. van Cingel, R.E. Ouderland
42. Preventie van sportblessures
Samenvatting
Sport en bewegen leveren een positieve bijdrage aan de gezondheidsbevordering en de preventie van ziekten. Door de overheid wordt dan ook gestimuleerd dat meer mensen op een gezonde en verantwoorde wijze gaan sporten en bewegen (Ministerie van VWS, 2005). In 2007 is de campagne ‚30 minuten bewegen‘ gestart om meer Nederlanders te motiveren (meer) te gaan bewegen (www.30minutenbewegen.nl). De laatste jaren zijn wel meer Nederlanders gaan sporten, maar slechts 56 procent voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (in 2005) (Ooijendijk e.a., 2007). Bij het bevorderen van sport en bewegen moet ook aandacht worden besteed aan de preventie van sportblessures en andere negatieve effecten van sport om de te bereiken gezondheidswinst verder te vergroten. Het gaat hierbij om (Ministerie van VWS, 2001):
I. Vriend, H. Goossens
43. Sportkeuring
Samenvatting
Mensen die met sporten willen beginnen of die meer gaan sporten, doen er verstandig aan om een sportmedisch onderzoek te ondergaan. Zo‘n preven tief sportmedisch onderzoek (lekenterm: sportkeuring) omvat een beoorde ling van de individuele gezondheid en de geschiktheid om te bewegen/sporten. Dit onderzoek wordt veelal uitgevoerd door een gespecialiseerde sportarts op een Sportmedische Instelling (SMI). Doordat health checks in de sport, arbo- en fitnesswereld hot zijn, gaan ook huisartsen, fysiotherapeuten en bedrijfsartsen door de toegenomen vraag steeds vaker sporters keuren.
F.J.G. Backx
44. Training: mogelijkheden en grenzen
Samenvatting
Het doel van training is het verbeteren van het fysieke prestatievermogen en te pieken tijdens belangrijke wedstrijden. Ofschoon het prestatievermogen van ieder mens voor 60-70 procent door aangeboren eigenschappen (talent) wordt bepaald, blijft er 25-30 procent ruimte voor prestatieverbetering door middel van training. Om het volledige potentieel aan verbeteringsmogelijkheden te benutten, is regelmatige training over een langere periode vereist. Daarom maakt een atleet gebruik van een planmatige aanpak (de trainingsopbouw), waarbij zowel de omvang (= totale hoeveelheid verrichte arbeid) als de intensiteit geleidelijk wordt verhoogd.
H Kuipers
45. Voeding
Samenvatting
Al sinds jaar en dag wordt er onderzoek gedaan naar de relatie tussen voeding en de sportprestatie. De meeste studies onderzochten vooral de directe relatie die voeding heeft met de prestatie, veelal gerelateerd aan energetische en ergogene effecten. De laatste jaren lijkt er steeds meer aandacht te ontstaan voor de indirecte relatie tussen voeding en het prestatievermogen. Te denken valt aan strategieën om via voeding het lichaamsgewicht en de lichaamssamenstelling te beïnvloeden, of de thermoregulatie.
J Hermans
46. Doping
Samenvatting
Huisartsen worden waarschijnlijk het meest met doping ‘geconfronteerd’ via de media. Het betreft dan vaak internationale topsporters die positief zijn bevonden bij een dopingcontrole of ervan worden verdacht verboden mid delen of methoden te hebben toegepast. De huisarts kan echter ook in de huisartspraktijk met doping geconfronteerd worden. Dit zou een (aanko mende) topsporter kunnen betreffen, maar de kans is aanzienlijk groter dat het een recreatieve sporter is die in een fitnesscentrum traint.
B Coumans, O de Hon
47. Sportschoenen
Samenvatting
Loopschoenen hebben de afgelopen decennia verschillende ontwikkelingen doorgemaakt. De eerste ontwikkelingsfasen van de loopschoen eind jaren zeventig waren vooral gericht op het helpen en verbeteren van de functies van de voet: demping en stabilisatie.
D. Evers
48. Sportmaterialen
Samenvatting
Sportmaterialen worden bij bijna elke sport gebruikt. Enerzijds zijn er materialen die essentieel zijn om de sport überhaupt uit te voeren, zoals een bal, tennisracket of hockeystick. Anderzijds zijn er materialen die de sporter beschermen, denk aan de scheenbeschermer of helm.
H. Goossens, I. Vriend, C. Stam
49. Sportgedrag
Samenvatting
Preventie en reductie van sportblessures zijn belangrijke aandachtspunten voor de gehele samenleving. Veiligheid in sport kan voor minder negatieve ervaringen met sport zorgen en daardoor in potentie bijdragen aan de volksgezondheid.
E.A.L.M. Verhagen
Nawerk
Meer informatie
Titel
Sportgeneeskunde
Redacteuren
Dr. F. Baarveld
Prof. dr. F.J.G. Backx
Prof. dr. Th.B. Voorn
Copyright
2009
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-313-6543-2
Print ISBN
978-90-313-4795-7
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-6543-2