Skip to main content
Top

2009 | OriginalPaper | Hoofdstuk

41 Sportfysiotherapie

Auteurs : Dr. R.E.H. van Cingel, R.E. Ouderland

Gepubliceerd in: CB-Academy Fysiotherapie boeken

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

In Nederland komen per jaar ongeveer 1,5 miljoen sportblessures voor. Vijftig procent daarvan wordt medisch dan wel paramedisch behandeld (Schmikli, 2005). Ongeveer 84 procent van deze blessures is plotseling en 16 procent geleidelijk ontstaan. Geleidelijk ontstane blessures, ook wel over belastingsblessures genoemd, worden meestal slecht geregistreerd. Voorzichtige schattingen laten een hoger percentage overbelastingsblessures zien. Uit een landelijk onderzoek onder geregistreerde sportfysiotherapeu ten blijkt dat sportfysiotherapeuten, behalve acute blessures, voor circa 47 procent te maken hebben met overbelastingsblessures (Ooijendijk, 2003). Overbelastingsblessures zijn de gevolgen van herhaalde submaximale belasting in collageenhoudende structuren zoals pezen, inserties, origo’s en fasciae. Op microscopisch en submicroscopisch niveau ontstaan dan structurele beschadigingen die door een ontstekingachtige reactie worden gerepareerd. Deze reactie bepaalt het klinische beeld.
Literatuur
go back to reference NVFS. Beroepscompetentieprofiel sportfysiotherapeut. Amersfoort: NVFS, 2007. NVFS. Beroepscompetentieprofiel sportfysiotherapeut. Amersfoort: NVFS, 2007.
go back to reference Cingel REH van. Sportfysiotherapie. In: Mosterd WL, Sitsen JMA, Hermans GPH, Backx FJG, Cingel R van (red). Het Sport-medisch formularium. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2005. pp. 233–50. Cingel REH van. Sportfysiotherapie. In: Mosterd WL, Sitsen JMA, Hermans GPH, Backx FJG, Cingel R van (red). Het Sport-medisch formularium. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2005. pp. 233–50.
go back to reference Edwards I, Jones M, Carr J, et al. Clinical reasoning strategies in physical therapy. Phys Ther 2004;84(4):312-30; discussion 331–35. Edwards I, Jones M, Carr J, et al. Clinical reasoning strategies in physical therapy. Phys Ther 2004;84(4):312-30; discussion 331–35.
go back to reference Jones M, Edwards I, Gifford L. Conceptual models for implementing biopsychosocial theory in clinical practise. Man Ther 2002;7(1):2–9.PubMedCrossRef Jones M, Edwards I, Gifford L. Conceptual models for implementing biopsychosocial theory in clinical practise. Man Ther 2002;7(1):2–9.PubMedCrossRef
go back to reference Ooijendijk WTM, Vries SI de, Stiggelbout M, Hespen ATH van. Sportfysiotherapie in de praktijk. Leiden: TNO Preventie en Gezondheid, 2003. Ooijendijk WTM, Vries SI de, Stiggelbout M, Hespen ATH van. Sportfysiotherapie in de praktijk. Leiden: TNO Preventie en Gezondheid, 2003.
go back to reference Schmikli S. Sporten: meestal gezond, soms riskant. In: Vriend I, Kampen B van, Schmikli S, et al. (red). Ongevallen en Bewegen in Nederland 2000-2003: ongevalsletsels en sportblessures in kaart gebracht. Amsterdam: Consument en Veiligheid, 2005. pp. 30–39. Schmikli S. Sporten: meestal gezond, soms riskant. In: Vriend I, Kampen B van, Schmikli S, et al. (red). Ongevallen en Bewegen in Nederland 2000-2003: ongevalsletsels en sportblessures in kaart gebracht. Amsterdam: Consument en Veiligheid, 2005. pp. 30–39.
go back to reference Mosterd WL, Sitsen JMA, Hermans GPH, Backx FJG, Cingel R van (red). Het Sportmedisch formularium. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2005. Mosterd WL, Sitsen JMA, Hermans GPH, Backx FJG, Cingel R van (red). Het Sportmedisch formularium. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2005.
Metagegevens
Titel
41 Sportfysiotherapie
Auteurs
Dr. R.E.H. van Cingel
R.E. Ouderland
Copyright
2009
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-6543-2_41