Samenvatting
Lichamelijke activiteit en/of training tijdens en na de behandeling van kanker is veilig en haalbaar. Daarnaast tonen steeds meer studies gunstige effecten aan op de fysieke fitheid, vermoeidheid, angst, depressie, zelfvertrouwen, kwaliteit van leven en overleven. Er bestaan inmiddels evidence-based richtlijnen voor patiënten met kanker ten aanzien van lichamelijke activiteit en training, maar deze zijn op dit moment nog vrij algemeen. Om specifiekere richtlijnen (ten aanzien van type, frequentie, intensiteit, duur) op maat te ontwikkelen per kankersoort, voor iedere periode in het behandeltraject en voor specifieke behandeldoelen, is aanvullend onderzoek nodig. Dit onderzoek moet gericht zijn op klinische, persoonlijke, fysieke, psychosociale en interventiegerelateerde moderatoren van beweeg- en trainingsprogramma’s om meer inzicht te krijgen in welk programma het effectiefst is voor welke patiënt en onder welke omstandigheden. Daarnaast moet toekomstig onderzoek zich richten op de werkingsmechanismen van lichamelijke activiteit en training. Tot slot is meer onderzoek naar trainingseffecten bij zeldzame vormen van kanker nodig.