Samenvatting
Initieel werd sarcopenie gedefinieerd als leeftijdsgebonden afname in spiermassa. Operationele definities voor sarcopenie omvatten functieverlies in aanwezigheid van spierzwakte en/of spieratrofie. De pathofysiologie is multifactorieel en een nauwe samenhang met inflammatoire processen werd aangetoond. Sarcopenie verergert door een complexe interactie tussen veroudering, ondergebruik, immobilisatie, ziekte en ondervoeding. Aan de hand van een uitgebreid geriatrisch assessment kan de relatieve bijdrage van deze factoren worden bepaald en een adequate behandelstrategie worden ontwikkeld. Intensieve krachttraining is thans de meest efficiënte behandeling voor sarcopenie, zelfs bij zeer oude geriatrische patiënten. Significante verbeteringen (tot > 50 % krachtswinst) kunnen verwacht worden na zes weken training aan 2–3 sessies per week. Vanuit een preventief oogpunt zou alle oudere patiënten geadviseerd moeten worden om een dergelijk oefenprogramma op te starten en vol te houden. Naast effecten ter hoogte van de spier zelf, worden ook systemische reacties uitgelokt door spierkrachttraining, waaronder een betere cellulaire bescherming en een verlaging van het inflammatoir profiel.