Samenvatting
Dysfagie, het gevoel van een bemoeilijkte passage van vloeibaar of vast voedsel, dient als een alarmsymptoom te worden beschouwd en vergt nader onderzoek. De origine kan oropharyngeaal of oesofageaal zijn. Bij de eerste kunnen naast lokaal structurele factoren ook neurologische of vasculaire oorzaken een rol spelen. Neurologisch en KNO-onderzoek hebben hier een belangrijke plaats. Bij oesofageale dysfagie is vaker een lokale factor van belang. Endoscopisch onderzoek heeft een voorname plaats in de diagnostiek ter detectie van pathologie als refluxziekte, met mogelijk strictuurvorming, of een barrettslokdarm. Bij de laatste is histologisch onderzoek essentieel, zo ook ter detectie van een eosinofiele oesofagitis of bij aanwezigheid van ulceratie of een tumor. Onderzoek naar motoriekstoornissen als oorzaak geschiedt middels manometrie, waarbij de peristaltiek van het slokdarmlichaam wordt vastgelegd alsmede het functioneren van de bovenste en onderste slokdarmsfincter.