TODO: Skip to main content
Top

2025 | OriginalPaper | Hoofdstuk

4. Slechter zien of dubbelzien

Auteur : Dr. Vincent J. J. Odekerken

Gepubliceerd in: Leerboek neurologie

Uitgeverij: BSL Media & Learning

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Een plotse verslechtering van het gezichtsvermogen is altijd verontrustend. Achterhaal of het om een of twee ogen gaat, en de tijdsduur, en de ernst en uitgebreidheid van het visuele defect. Zo’n verslechtering kan variëren van wazig zien, alles grijs zien, niets zien in een deel van het gezichtsveld, sterretjes of lichtflitsen zien tot helemaal niets meer zien. Het kan daarbij gaan om een afname van de gezichtsscherpte (visus), zoals je die kan meten met een letterkaart; daarvoor is de term visusdaling gebruikelijk. Of het gaat om defecten in het gezichtsveld (waarbij de visus meestal normaal is); daar wordt de term gezichtsvelddefect voor gebruikt. Bij dubbelzien wordt de wereld dubbel waargenomen. De oorzaak kan liggen in disfunctie van de hersenstam, oculomotoriek zenuwen, neuromusculaire overgang, oogspieren, oogkas of soms in het oog zelf.
Metagegevens
Titel
Slechter zien of dubbelzien
Auteur
Dr. Vincent J. J. Odekerken
Copyright
2025
Uitgeverij
BSL Media & Learning
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-3057-7_4