In de richtlijn depressie van het huisartsengenootschap staat over het afbouwen van antidepressiva alleen dat het geleidelijk moet gebeuren. Over ontwenningsverschijnselen wordt niets gezegd. Speciaal bij antidepressiva met een korte halfwaardetijd kunnen nevenwerkingen optreden tijdens het afbouwen; bijwerkingen die verward kunnen worden met een terugkerende depressie. De bijwerkingen verdwijnen wanneer er weer een pil wordt genomen. Op die manier is stoppen onmogelijk en ontstaat een verslaving aan het middel. Om goed af te bouwen zijn vaak lagere doseringen nodig dan welke de bestaande toedieningsvormen bevatten. De auteurs wijzen op de goede ervaringen met ‘blinde’ afbouwschema’s van benzodiazepines, waarbij steeds lagere doseringen worden verstrekt en uiteindelijk placebo’s, waarbij de patiënt pas later werd medegedeeld wanneer het middel helemaal gestopt was. Er is nu een nota ‘Beter afbouwen’ geschreven die bedoeld is als een aanvulling op de bestaande richtlijn. …