07-09-2016 | Opmerkelijk
Separatieangst: in de DSM-5 meer dan alleen een stoornis in de kindertijd
Auteurs:
Cathy van der Sluis, MSc, Dr. Eline Möller
Gepubliceerd in:
Kind en adolescent
|
Uitgave 3/2016
Log in om toegang te krijgen
Extract
Voor separatieangst geldt, net als voor de meeste angsten, dat het de gezonde ontwikkeling bevordert wanneer deze angst in beperkte mate aanwezig is. Voor de overleving is het bijvoorbeeld belangrijk dat baby’s een gehechtheidsband vormen met hun ouders of belangrijke andere verzorgers. Separatieangst heeft dus betrekking op de kwaliteit relaties aan te gaan met anderen (Pini et al.
2014). We spreken echter pas van een separatieangststoornis als er sprake is van een ‘niet bij de ontwikkelingsfase passende, buitensporige angst of vrees om gescheiden te worden van gehechtheidspersonen’ (American Psychiatric Association [APA]
2013). Deze angst kan zich op verschillende manieren uiten, waarbij er ten minste drie symptomen aanwezig moeten zijn om van een stoornis te spreken. Voorbeelden zijn overmatige stress bij (of bij anticipatie op) scheiding van huis of gehechtheidsfiguren, de angst om gescheiden te worden van een gehechtheidsfiguur doordat de gehechtheidsfiguur of de persoon zelf iets overkomt, of weigeren om ergens naar toe te gaan zonder de gehechtheidsfiguur. …