Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Psychopraktijk 4/2013

01-08-2013 | Gesignaleerd

Separatieangst als diagnose voor volwassenen in de DSM-5

Auteur: Bohn Stafleu van Loghum

Gepubliceerd in: Psychopraktijk | Uitgave 4/2013

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Extract

Elders in dit nummer wordt aandacht besteed aan veranderingen rond de angststoornissen in de DSM-5. In de DSM-IV mocht separatieangst bij volwassenen alleen worden gediagnosticeerd als het voor het achttiende levensjaar is begonnen. Dit is veranderd in de DSM-5. Voorafgaand aan deze wijziging is een literatuuronderzoek naar de evidentie voor het bestaan van separatieangst bij volwassenen gedaan1. Dit onderzoek levert interessante informatie op over deze stoornis. Separatieangst ontstaat in ongeveer een kwart van alle gevallen pas op volwassen leeftijd en blijkt vaker voor te komen in individualistische culturen. Het sociale functioneren van volwassenen met separatieangst is op verschillende terreinen slechter dan gemiddeld. Vaak gaat separatieangst gepaard met een angst- of stemmingsstoornis en met name met een paniekstoornis met agorafobie. Meisjes met separatieangst hebben bovengemiddeld vaak een moeder met dezelfde aandoening. …
Voetnoten
1
Bögels S ea (2013) Adult separation disorder in DSM-5. Clinical psychology review 33: 663-674 (zie ook de rubriek Psychodiagnostiek in dit nummer)
 
Metagegevens
Titel
Separatieangst als diagnose voor volwassenen in de DSM-5
Auteur
Bohn Stafleu van Loghum
Publicatiedatum
01-08-2013
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Psychopraktijk / Uitgave 4/2013
Print ISSN: 1878-4844
Elektronisch ISSN: 2210-7754
DOI
https://doi.org/10.1007/s13170-013-0060-5

Andere artikelen Uitgave 4/2013

Psychopraktijk 4/2013 Naar de uitgave

Redactioneel

Redactioneel