Skip to main content
Top

2022 | Boek

Segmentale verschijnselen

Een bijdrage aan diagnostiek en therapie

Auteur: Ben van Cranenburgh

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

‘Segmentale verschijnselen’ zijn manifeste weerspiegelingen van orgaanafwijkingen aan het lichaamsoppervlak. Ze kunnen een belangrijke rol spelen in diagnostiek en therapie in de (para)medische praktijk. In dit boek wordt ingegaan op de precieze oorsprong van segmentale verschijnselen. Segmentale verschijnselen biedt een heldere en overzichtelijke uitleg over de segmentale diagnostiek en therapie. Behalve referred pain (‘misplaatste' pijn) worden talrijke reflexsymptomen besproken. Nieuw in deze vijfde druk zijn de vragen met kernantwoorden. Hiermee kan de lezer toetsen of hij de tekst begrepen heeft. Naast de vragen is nu ook de complete tekst online beschikbaar gemaakt.

Ben van Cranenburgh studeerde geneeskunde in Amsterdam, promoveerde op een neurofysiologisch onderwerp (neuronale vuurpatronen) en verrichte klinisch wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot neuropsychologische gevolgen van hersenbeschadiging. Ben is een van de oprichters van de stichting ITON (Instituut voor toegepaste neurowetenschappen) en maakt zich via onderwijs en publicaties sterk voor het overbruggen van de (te grote) kloof tussen neurowetenschap en praktijk op het gebied van uiteenlopende onderwerpen zoals: herstel na hersenbeschadiging, chronische pijn, motorisch leren, muziek en brein, oorlog en brein.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1. Inleiding
Samenvatting
Een orgaanstoornis kan zich behalve via structurele en functionele symptomen ook uiten via segmentale verschijnselen. Deze verschijnselen ontstaan via de afferente en efferente neurale verbindingen die op ieder segmentaal niveau bestaan. Segmentale verschijnselen zijn eenvoudig en direct met onze zintuigen waarneembaar (voelbaar, zichtbaar). Met behulp van enkele heldere regels kan een goede analyse gemaakt worden van deze verschijnselen. Dit kan een belangrijke bijdrage leveren aan de diagnostiek. Helaas is er een achterstand wat betreft wetenschappelijk onderzoek.
Ben van Cranenburgh
2. Wat zijn segmentale relaties?
Samenvatting
Tussen de ingewanden, het verborgene, en het waarneembare lichaam bestaan relaties en interacties die hun basis hebben in de segmentale innervatie. Een aandoening van een intern orgaan kan zich weerspiegelen aan het lichaamsoppervlak: segmentale diagnostiek. Ook bij de neurologische diagnose wordt gebruikgemaakt van de segmentale ordening binnen het zenuwstelsel. Bij segmentale therapie gebruikt men de segmentale interactiewegen om via stimulatie van buitenaf orgaanfuncties te beïnvloeden: acupunctuur, needling, osteopathie en manuele therapie zijn voorbeelden van therapieën waarbij het effect mogelijk mede tot stand komt via segmentale reflexwegen.
Ben van Cranenburgh
3. Embryologie, de wortel van de segmentale samenhang
Samenvatting
De oorsprong van de segmentale relaties is te vinden in de vorming van somieten en het ontstaan van innervatie vroeg in de embryonale periode. Ondanks ingrijpende verschuivingen van de drie embryonale lagen (ecto-, meso- en entoderm) en verplaatsing van anatomische structuren, blijft de oorspronkelijke segmentale innervatie tot op volwassen leeftijd behouden. De discrepantie in groei tussen wervelkolom en ruggenmerg en het ontstaan van de extremiteiten dragen verder bij aan de ogenschijnlijke complexiteit van de segmentale relaties. Aandoeningen van het hart kunnen samengaan met symptomen aan pupil, aangezicht, onderkaak, nek, linkerschouder, midden op de borst en linker ulnaire onderarm en pink: op het eerste gezicht onbegrijpelijk, maar gezien vanuit segmentaal perspectief zonneklaar.
Ben van Cranenburgh
4. Het menselijk lichaam in dermatomen, myotomen en sclerotomen
Samenvatting
De segmentale opbouw van ons lichaam manifesteert zich in de vorm van specifieke innervatiepatronen van huid en bewegingsapparaat: dermatomen (huid), myotomen (spieren) en sklerotomen (botten en banden). Met behulp van dermatoomkaarten en myotoomtabellen kan men vaststellen welk segment betrokken is (door activatie of laesie) bij een bepaald gelokaliseerd symptoom (bijv. pijn of spieratrofie). Het is verwonderlijk dat er veel, onderling behoorlijk verschillende dermatoomkaarten in omloop zijn. In dit hoofdstuk worden de meest gebruikte kaarten getoond. De verschillen kunnen voor een groot deel teruggevoerd worden op onzorgvuldigheid, maar ook andere redenen worden besproken.
Ben van Cranenburgh
5. Somatisch en autonoom zenuwstelsel, een onterechte splitsing?
Samenvatting
Het is gebruikelijk een onderscheid te maken tussen het somatische (‘willekeurige’) en het autonome of vegetatieve (‘onwillekeurige’) zenuwstelsel. Deze tweedeling is eigenlijk kunstmatig, want het zenuwstelsel functioneert altijd als geheel, hetgeen blijkt uit talrijke praktische voorbeelden (actie, mictie, pijn, seksuele functies). Het somatische zenuwstelsel is vooral gericht op de interactie met de omgeving (via actie en waarneming), het autonome zenuwstelsel staat ten dienste van de homeostase. Er zijn somatische en autonome reflexen, die beide tot stand komen via afferente en efferente vezels en een of meer centrale synapsen. Het efferente deel van het autonome zenuwstelsel kan verdeeld worden in het sympathische en parasympathische zenuwstelsel voor respectievelijk ergotrope functies (actie) en trofotrope functies (rust, herstel).
Ben van Cranenburgh
6. Hoe zijn de ingewanden met het zenuwstelsel verbonden?
Samenvatting
De innervatie van ingewanden is complex. Er zijn vier mogelijke afferente wegen: afferenten die de sympathische route volgen, nn. phrenici, nn. pelvici en n. vagus. Via een of meer van deze wegen kunnen ruggenmergssegmenten geactiveerd worden, hetgeen zich kan uiten in segmentale verschijnselen die een diagnostische betekenis kunnen hebben. Via parasympathische en sympathische efferenten kan de orgaanfunctie worden gereguleerd. Deze efferente activiteit kan ook beïnvloed worden door stimulatie aan het lichaamsoppervlak. Dit kan therapeutisch worden toegepast. De ordening van somatische en sympathische innervatie is nogal verschillend. Dit kan ertoe leiden dat sympathische verschijnselen een andere lokalisatie kunnen hebben dan de somatische verschijnselen.
Ben van Cranenburgh
7. Reflexrelaties binnen één segment
Samenvatting
Somatisch en autonoom zenuwstelsel zijn eigenlijk niet te scheiden. Dit blijkt ook op het segmentale reflexniveau: viscero-somatische en somato-viscerale reflexen zijn een realiteit. Deze reflexen kunnen een belangrijke diagnostische en therapeutische betekenis hebben. Wetenschappelijk onderzoek naar deze reflexen is helaas schaars. Viscero-somatische reflexen kunnen een betekenis hebben voor de vroegdiagnostiek, somato-viscerale reflexen kunnen een rol spelen bij stimulatietherapieën. Het is de vraag in hoeverre deze segmentale reflexen geïsoleerd geactiveerd kunnen worden; waarschijnlijk zijn steeds ook suprasegmentale reflexen en hersenprocessen betrokken.
Ben van Cranenburgh
8. Segmentale diagnostiek
Samenvatting
Segmentale diagnostiek berust op het feit dat de toestand van interne organen zich weerspiegelt aan het lichaamsoppervlak. Het gaat om eenvoudig zichtbare en voelbare verschijnselen, die te verdelen zijn in drie categorieën: (1) pijn, (2) hypertonie, en (3) sympathische verschijnselen. Pijnzones volgen kenmerkende patronen per orgaan: zones van Head. Hypertone zones in spieren vormen een vroeg symptoom bij orgaanaandoeningen. Sympathische verschijnselen hebben vaak een andere lokalisatie dan spier- of huidzones. Het gaat om pupilgrootteverandering, vasomotore verschijnselen, zweetsecretie en pilomotoriek. Door toepassing van de links-rechts regel (Seitenregel) en de segmentregel komt men tot een zogenaamde segmentdiagnose. Bij de betreffende segmenten horen meestal meerdere organen: kandidaat-organen.
Ben van Cranenburgh
9. Segmentale therapie?
Samenvatting
Segmentale therapie wil zeggen dat men doelbewust invloed uitoefent op neurale activiteit/prikkelbaarheid binnen een ruggenmergssegment. Meestal betreft het een of andere vorm van stimulatietherapie (acupunctuur, manuele therapie, vibratie etc.). Bij het tot stand komen van eventuele therapie-effecten kunnen diverse wegen een rol spelen. Bij de segmentale weg worden gate control-achtige mechanismen en somato-viscerale reflexen in gang gezet. Er zal echter zelden sprake zijn van geïsoleerde segmentale effecten: meestal spelen tegelijk andere mechanismen een rol, o.a. effecten via pijnmodulerende systemen in de hersenstam en placebo-effecten. De schaarste aan wetenschappelijk onderzoek staat in contrast met de populariteit van allerlei stimulatietherapieën.
Ben van Cranenburgh
10. Vicieuze cirkels
Samenvatting
De in dit boek beschreven reflexwegen kunnen leiden tot het ontstaan van vicieuze cirkels, bijvoorbeeld via vasoconstrictie of hypertonie. Via een enkele uitlokkende factor kan op deze wijze een reeks van veranderingen/klachten in gang gezet worden. Het resultaat is een complex klachtenpatroon waar we moeilijk wijs uit kunnen worden. Een interessante gedachte is dat door het ontstaan van dergelijke vicieuze cirkels klachten/aandoeningen van ingewanden gekoppeld kunnen worden aan veranderingen aan rug en langs wervelkolom. Een zorgvuldige anamnese kan bijdragen aan het ontrafelen van de wijze waarop zo’n complex klachtenpatroon zich ontwikkeld heeft. Het concept van de vicieuze cirkel heeft zowel diagnostische als therapeutische implicaties.
Ben van Cranenburgh
11. Psychosomatische samenhang en summatie van factoren
Samenvatting
Bij het ontstaan van klachten, bijvoorbeeld chronische pijn, spelen vaak somatische, psychologische en sociale factoren een rol. Een lokale segmentale activatie, zoals een nekletsel (whiplash), kan in combinatie met een machteloze stresssituatie (bijvoorbeeld ontslagdreiging) tot een manifeste klacht leiden. De vraag of de oorzaak van de klachten somatisch of psychisch is, is dan niet relevant: het is juist de combinatie. Het lijkt goed om de manifestatie van segmentale symptomen ook in deze context te bezien.
Ben van Cranenburgh
12. Eenvoudig segmentaal onderzoek
Samenvatting
Onderzoek van segmentale verschijnselen wordt met eenvoudige middelen verricht: onze eigen zintuigen, de tactiele en visuele waarneming. Er komen geen technologische middelen aan te pas. De waargenomen verschijnselen hebben een diagnostische waarde. Sommige verschijnselen hebben vooral een links-rechts betekenis (bijv. pupilverwijding, glansoog), andere zeggen ook iets over het segmentniveau (bijv. hypertone spierzones). Het waarnemen van de soms subtiele verschijnselen vergt enige oefening, maar kan een belangrijke bijdrage leveren aan de vroegdiagnostiek van interne aandoeningen.
Ben van Cranenburgh
13. De essentialia in het kort
Samenvatting
Het gedachtegoed van de segmentale relaties kan op drie manieren worden toegepast:
  • Pathofysiologisch: er is een orgaanaandoening. Welke segmentale verschijnselen kunnen hierbij bestaan?
  • Diagnostisch: er zijn verschijnselen, bijv. pijn en hypertonie. Deze kan men opvatten als segmentale verschijnselen. Hoe kan dit bijdragen aan het diagnostische proces?
  • Therapeutisch: er zijn klachten, al of niet veroorzaakt door een orgaanfunctiestoornis. Hoe kan men segmentale wegen gebruiken om deze klachten of orgaanfuncties te beïnvloeden?
Ben van Cranenburgh
14. Tot slot
Samenvatting
Bij het uitvoeren van segmentaal onderzoek in de praktijk zal men zich steeds moeten realiseren dat de verschijnselen nooit geïsoleerd beschouwd mogen worden. Eén enkel teken, symptoom of zone zegt niet zoveel, het is vooral de combinatie van verschillende segmentale verschijnselen die de waarschijnlijkheid van een bepaalde orgaanaandoening vergroot.
Wanneer zou blijken dat door middel van segmentaal onderzoek soms vroegere en betere diagnoses gesteld kunnen worden, zou dergelijk onderzoek natuurlijk een aanwinst zijn. Echter, inventarisatie en wetenschappelijke toetsing van de waarde van segmentale verschijnselen heeft tot op heden nooit plaatsgevonden. Een gebied dat van groot praktisch belang zou kunnen zijn, wordt daarmee nog steeds verwaarloosd. De technologie is dominanter dan ooit.
Ben van Cranenburgh
Nawerk
Meer informatie
Titel
Segmentale verschijnselen
Auteur
Ben van Cranenburgh
Copyright
2022
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-2781-2
Print ISBN
978-90-368-2780-5
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2781-2