Skip to main content
Top

2012 | Boek | 2. editie

Schlichting Test voor Taalproductie-II

voor Nederland en Vlaanderen Handleiding

Auteurs: Liesbeth Schlichting, Henk lutje Spelberg

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Doel van de test

De Schlichting Test voor Taalproductie - II meet het niveau van expressieve taalvaardigheid van jonge kinderen. De test bevat de volgende onderdelen:

• Test voor Zinsontwikkeling: meet de actieve syntactische ontwikkeling dmv items waarmee een zin aan het kind wordt ontlokt.

• Test voor Woordontwikkeling: meet de productieve woordenschat, door het benoemen van voorwerpen en plaatjes.

• Verhaaltest: meet de spontane taalproductie van kinderen, waarbij het kind aan de hand van plaatjes een verhaaltje navertelt.

• Test voor Auditief geheugen: meet het verbaal werkgeheugen dmv het nazeggen van eenlettergrepige woorden.

• Pseudowoorden: meet de fonologische ontwikkeling van kinderen dmv het nazeggen van nonsenswoorden.

Toepassing

• Individuele diagnostiek: stelt de aanwezigheid van expressieve taalontwikkelingsstoornissen vast met het oog op behandeling, doorverwijzing naar het speciaal onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek.

• Evaluatie: meet het effect van gegeven therapie.

De Schlichting Test voor Taalproductie - II staat op de lijst van de Commissie Indicatiestelling (WAII) als aanbevolen test voor indicatiestelling voor het speciaal onderwijs (cluster-2) en leerlinggebonden financiering.

Wat meet de Schlichting Test voor Taalproductie - II?

Met de Schlichting Test voor Taalproductie - II kan de algemene taalvaardigheid van jonge kinderen in het domein van productie worden vastgesteld. De volgende gebieden worden getest:

• Woordniveau

• Zinsniveau

• (Semi-) spontane taal

• Verbaal werkgeheugen

• Fonologisch werkgeheugen

• Fonologische verwerking

Voor wie?

De Schlichting Test voor Taalproductie - II wordt afgenomen door logopedisten, klinisch linguïsten en andere diagnostisch bevoegde professionals, zoals orthopedagogen etc.

Afname en scoring

De Schlichting Test voor Taalproductie - II wordt individueel bij kinderen afgenomen. De afnameduur is ca. 30-60 minuten (afhankelijk van de leeftijd van het kind en het aantal afgenomen testonderdelen).

Bij de testafname wordt volgens een gestandaardiseerde opzet een reactie aan het kind ontlokt door middel van het gebruik van afbeeldingen of voorwerpen. De verschillende testonderdelen kunnen elk apart worden afgenomen en leveren per onderdeel standaardscores op. Voor elk onderdeel gelden instap- en afbreekregels.

Er wordt handmatig gescoord. De ruwe scores kunnen vervolgens handmatig worden omgezet of geautomatiseerd met behulp van Testweb.

Belangrijk: u kunt deze test alleen afnemen indien u over Schlichting Test voor Taalproductie-II complete set beschikt.

Normen

De test is genormeerd op een representatieve steekproef van ca. 2200 Nederlands sprekende kinderen uit Nederland en Vlaanderen, verdeeld over de volgende leeftijdsgroepen: 1;9 – 2;3 – 2;9 – 3;3 – 3;9 – 4;3 – 5;3 – 5;10 – 6;6 – 7;3. In de handleiding wordt het Nederlandse en Vlaamse psychometrisch onderzoek beschreven. Voor Turks sprekende kinderen is een ongenormeerde Turkse versie van item 1 tot en met 40 van de Test voor Woordontwikkeling beschikbaar.

Materiaal

• Schlichting Test voor Taalproductie II – complete set

• Schlichting Test voor Taalproductie II – scoreformulieren

• Schlichting Test Turkse scoreformulieren

• Schlichting Test voor Taalproductie II – handleiding

Inhoudsopgave

Voorwerk
1. Inleiding
Samenvatting
Een kind leert gaandeweg de taal van zijn omgeving verstaan en gaat zelf ook spreken. Dit natuurlijke proces van taalverwerving verloopt niet bij alle kinderen zonder problemen. Een ontwikkelingsstoornis in de spraak- en taalontwikkeling komt vrij veel voor. Spraak-taalvertraging en spraak-taalstoornissen kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor de schoolse prestaties en de sociale en emotionele ontwikkeling van het kind.
Liesbeth Schlichting, Henk lutje Spelberg
2. Instrumentele utiliteit
Samenvatting
In dit hoofdstuk worden resultaten gepresenteerd van de onderzoeken die in Nederland en Vlaanderen uitgevoerd zijn in het kader van de normering, de betrouwbaarheid en de validiteit van de Schlichting Test voor Taalproductie-II.
Liesbeth Schlichting, Henk lutje Spelberg
3. Test voor Woordontwikkeling
Samenvatting
Het doel van de Test voor Woordontwikkeling (WO) is het meten van de actieve woordenschat. De woordenschat is een van de fundamenten van de taal. Het meten van de woordenschat gebeurt in deze test door het laten benoemen van afbeeldingen. De afbeeldingen worden vergezeld van stimuluszinnen. De stimuluszin heeft twee functies: de eerste is het ontlokken van het gewenste woord. Dit is vooral belangrijk bij de woorden die geen zelfstandig naamwoord zijn.
Liesbeth Schlichting, Henk lutje Spelberg
4. Test voor Zinsontwikkeling
Samenvatting
De Test voor Zinsontwikkeling (ZO) is een test die afgenomen wordt om de grammaticale of syntactische ontwikkeling te toetsen. De actieve syntactische ontwikkeling, dat wil zeggen het maken van zinnen, is een van de fundamenten van de taal. De syntaxis van een zin wordt gerealiseerd door middel van intonatie, woordvolgorde en morfologie (Givón, 1984).
Liesbeth Schlichting, Henk lutje Spelberg
5. Pseudowoorden
Samenvatting
Kinderen met een specifieke taalontwikkelingsstoornis hebben behalve met auditieve kortetermijngeheugentaken vaak ook moeite met fonologische verwerkingstaken (Ellis-Weismer et al., 2000; Rispens, 2004; Archibold & Gathercole, 2006; Coady & Evans, 2008). Zo toonden De Bree et al. (2004) aan dat kinderen met een specifieke taalstoornis op deze taken lager scoren dan een controlegroep van kinderen zonder taalstoornissen. Het kan daarom voor diagnose en behandeling van kinderen met specifieke taalontwikkelingsstoornissen van belang zijn om bij hen de fonologische verwerkingsvaardigheid te meten.
Liesbeth Schlichting, Henk lutje Spelberg
6. Verhaaltest
Samenvatting
De Verhaaltest is een test die afgenomen wordt om de narratieve vaardigheden van het kind te toetsen. Bij narratieve vaardigheden worden verschillende taalvaardigheden van het kind aangesproken: syntaxis, semantiek en pragmatiek. Het kind moet de inhoud van het verhaal weergeven en daarbij rekening houden met de luisteraar. Daarbij geeft de Verhaaltest de testleider inzicht in het semi-spontane taalgedrag. De Verhaaltest toetst deze vaardigheden door het kind aan de hand van plaatjes/prentjes een verhaal te laten navertellen.
Liesbeth Schlichting, Henk lutje Spelberg
7. Auditief Geheugen
Samenvatting
Er zijn aanwijzingen in de literatuur dat kinderen met primaire taalontwikkelingsstoornissen een verminderd vermogen tot het onthouden van auditief aangeboden verbale reeksen hebben, dus een zwak fonologisch werkgeheugen hebben (Tallal & Pierce, 1978; Gathercole & Baddely, 1995; Pickering & Gathercole, 2004). Een zwak fonologisch werkgeheugen heeft invloed op de fonologische representaties, die daardoor zwakker kunnen zijn. Deze zwakke fonologische representaties kunnen weer leiden tot een minder goed ontwikkelde syntaxis, met inbegrip van de morfologie.
Liesbeth Schlichting, Henk lutje Spelberg
8. Scoring en interpretatie
Samenvatting
Bij diagnostiek gaat het in feite om het vergelijken van gegevens. Als het gaat om testprestaties wordt een testscore allereerst vergeleken met die van kinderen uit een vergelijkbare populatie. Bij de Schlichting Test voor Taalproductie-II gaat het daarbij om kinderen van dezelfde leeftijd met het Nederlands als moedertaal. Voor dat doel worden Q-scores (zie tabel 8.1) gebruikt; in paragraaf 8.1 wordt beschreven hoe deze worden bepaald. In paragraaf 8.2 wordt vervolgens ingegaan op diverse interpretatiemogelijkheden van de scores, gebaseerd op vergelijkingen met leeftijdgenootjes, met de kenmerken geslacht en sociaaleconomische status, met prestaties op andere tests en met eerder behaalde scores op dezelfde test. Paragraaf 8.3 geeft aan hoe het Taalquotiënt gevonden kan worden.
Tabel 8.1
Namen en afkortingen van de Q-scores
Onderdeel
Naam Q-scoreN
Afkorting Q-score
Normtabel staat in bijlage
Woordontwikkeling
Woordquotient
WQ
9 (NL) en 14 (VL)
Zinsontwikkeling
Zinsquotient
ZQ
10 (NL) en 15 (VL)
Pseudowoorden
Pseudowoordquotient
PsQ en PsQ2
11 (NL+VL)
Verhaaltest
Verhaalquotient
VQ
12 (NL+VL)
Auditief Geheugen
Auditief Geheugenquotient
AGQ
13 (NL+VL)
Liesbeth Schlichting, Henk lutje Spelberg
Nawerk
Meer informatie
Titel
Schlichting Test voor Taalproductie-II
Auteurs
Liesbeth Schlichting
Henk lutje Spelberg
Copyright
2012
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-313-9842-3
Print ISBN
978-90-313-9841-6
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9842-3