Skip to main content
Top

2018 | wo | Boek

Schematherapie: werken met fases in de klinische praktijk

Auteur: Drs. R.J. (Rosi) Reubsaet

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Dit praktijkboek laat zien hoe je fasegericht kunt werken in schematherapie. Door fases toe te passen met elk een eigen doel en houding werk je, in teamverband of alleen, stap voor stap naar het einde. Het boek biedt een leidraad voor een optimale balans tussen cognitieve, gedragsmatige en experiëntiële technieken, meegaan en confronteren, vallen en opstaan, vertrouwen en begrenzen, werken en spelen.

Schematherapie: werken met fases in de klinische praktijk kiest, tussen alle boeken over schematherapie, een unieke invalshoek. Je krijgt handvatten om het complexe therapieproces overzichtelijk te houden en tegelijkertijd meer diepgang en emoties te bereiken. Je creativiteit en enthousiasme worden aangewakkerd. Je zelfvertrouwen groeit en je durft meer.

Het boek begint met een korte weergave van de theoretische kaders van schematherapie en groepsschematherapie. Ook komt aan de orde waar en waarom het in de praktijk vaak mis gaat. Door de behandeling consequent op te delen in fases met elk een eigen kader, thema, basisbehoefte en aanpak houd je grip op de therapie. De vier verschillende fases worden in de daaropvolgende hoofdtukken toegelicht en uitgewerkt. Elk hoofdstuk bevat tevens voorbeelden van oefeningen, aandachtspunten en tips. Het laatste hoofdstuk geeft antwoord op veel gestelde vragen over het werken met schematherapie en praktische handvatten voor de dagelijkse praktijk.

Rosi Reubsaet werkt als klinisch psycholoog met individuele schematherapie en groepsschematherapie, en als supervisor en docent schematherapie. De fasegerichte werkwijze bracht ze tot stand samen met haar collega’s van de Academie voor Schematherapie. Samen willen ze hun ervaringen en oplossingen door geven aan collega’s, zodat zij, en hun cliënten, met meer vertrouwen aan de slag kunnen.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1. Achtergrond van het werken met fases
Samenvatting
In dit hoofdstuk komen de theoretische kaders van schematherapie en groepsschematherapie kort aan bod. Vervolgens komt aan de orde waar en waarom het in de praktijk mis kan gaan. Schematherapie is een complexe therapie die bestaat uit veel behandelelementen voor een doelgroep met diverse problemen. Een schematherapeut werkt met de opdracht om contact te maken met een cliënt, hem te laten voelen wat hij als kind gemist heeft en hem te leren dat te herstellen. Het is een intensieve psychotherapie die lang kan duren. Vragen die zich bij therapeuten aandienen zijn: Hoe doe je dat? Waar begin je? Wanneer ben je klaar? Hoe bereik je diepgang én doelmatigheid? Hoe houd je jezelf staande? Dit boek geeft handvatten en antwoorden door de behandeling op te delen in fases met elk een eigen kader, doel, houding en oefeningen.
R. J. (Rosi) Reubsaet
2. Startfase: Veiligheid voor alles
Samenvatting
In deze eerste fase leert de cliënt samenhang te herkennen tussen zijn problemen in relatie tot zijn levensgeschiedenis. Hij zet de eerste kleine stappen richting een gelukkiger leven, leert zich te voegen naar de therapie en ervaart waarom dat in zijn voordeel is. Veiligheid en verbinding, basisbehoeften die hij gemist heeft, staan centraal in deze startfase. Het zorgen voor balans tussen het reguleren van de spanning op individueel en groepsniveau niveau en het opvoeren van de druk om aangeleerde copingstijlen los te laten, vraagt van de therapeut een actieve, corrigerende en betrokken houding. Naast deze informatie over het kader en de therapeutische relatie, presenteert dit hoofdstuk specifieke doelen per schemamodus voor deze fase. Diverse oefeningen gericht op deze doelen en bestaande uit experiëntiële, cognitieve en gedragsmatige elementen worden beschreven. Ter afsluiting passeren belangrijke aandachtspunten de revue.
R. J. (Rosi) Reubsaet
3. Tweede fase: Laat je zien
Samenvatting
In deze tweede fase voelt de cliënt de pijn van zijn leven en leert hij tegelijkertijd dat hij zelf invloed heeft op de oplossing van de pijn, dan wel het voortbestaan ervan. Het uiten van eigen behoeften, emoties en wensen staat centraal in deze fase, alsmede de conflicten die dat oproept. De therapeut bewaakt de balans tussen deze zelfexpressie en het behoud van de eerder opgebouwde verbinding. Dit vraagt een faciliterende, begripvolle maar ook begrenzende en confronterende houding van de therapeut. Net als in de startfase staat het verband tussen het heden en het verleden centraal, maar wordt de druk opgevoerd ten aanzien van het ‘anders doen’ binnen de veilige omgeving van de therapie. Dit brengt eigen doelen en oefeningen per schemamodus met zich mee voor deze fase. Ten slotte kent ook deze fase zijn eigen tips en aandachtspunten.
R. J. (Rosi) Reubsaet
4. Derde fase: Doe het zelf
Samenvatting
In deze derde fase beweegt de cliënt zich naar ‘zelf doen’. Hij experimenteert met veranderingen in zijn gedrag, op zoek naar de richting in zijn leven die hem gelukkiger maakt. Hij ervaart dat dit consequenties kan hebben voor zichzelf en anderen en dat hij daarin een verantwoordelijkheid heeft. Het ontdekken van eigen identiteit, de rol van boosheid en verdriet daarbij en het oefenen met het maken van keuzes die daaruit volgen, vraagt van de therapeut een stimulerende, enthousiasmerende en bemoedigende houding. Daarnaast richt deze fase zich meer op het leven buiten de therapie en balanceren cliënt en therapeut tussen zelf doen en overnemen. De doelen en oefeningen voor deze fase sluiten hierbij aan, evenals de tips en trucs.
R. J. (Rosi) Reubsaet
5. Eindfase: Leef je leven
Samenvatting
Dit hoofdstuk beschrijft hoe de cliënt leert op autonome wijze koers te kiezen in zijn leven en gelukkig te zijn ondanks zijn kwetsbaarheden. Deze eindfase richt zich op het generaliseren en integreren van de veranderingen in het dagelijks leven. De cliënt is zich bewust van zijn disfunctionele modi en leert om te beslissen vanuit de gezonde volwassene modus. Tegelijk roept het aankomend einde van de therapie en de focus op de toekomst nieuwe onzekerheden op en flakkeren oude schema’s op. Dit vraagt van de therapeut dat hij vertrouwen uitdraagt in het vermogen van de cliënt om worstelingen te overwinnen. Ook zet hij een coachende rol neer, waarbij hij open is over zijn eigen worstelingen om de cliënt te leren wat een ‘normaal’ leven inhoudt. De doelen per modus in deze eindfase alsmede mogelijke oefeningen en handvatten voor de therapeut worden ook in dit hoofdstuk beschreven.
R. J. (Rosi) Reubsaet
6. Algemene aandachtspunten en aanvullingen
Samenvatting
Elke therapeut leert met vallen en opstaan. Fouten maken hoort erbij. Wat zijn nu valkuilen in het werken met deze therapie en doelgroep? Wat zijn veelgestelde vragen? Door schade en schande wijs geworden, presenteert dit hoofdstuk enkele antwoorden hierop en benoemt het enkele behulpzame basisprincipes. Om grip te houden, het werk leuk te blijven vinden, te kunnen blijven samenwerken met je mede-therapeuten en cliënten en je eigen spanning te reguleren bijvoorbeeld. Daarnaast gaat dit hoofdstuk in op aanpassingen die mogelijk zijn voor de toepassing van het werken met fases in een andere setting of bij een andere doelgroep. Ook in dit hoofdstuk worden ondersteunende oefeningen gepresenteerd.
R. J. (Rosi) Reubsaet
Nawerk
Meer informatie
Titel
Schematherapie: werken met fases in de klinische praktijk
Auteur
Drs. R.J. (Rosi) Reubsaet
Copyright
2018
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-2115-5
Print ISBN
978-90-368-2114-8
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2115-5