2009 | OriginalPaper | Hoofdstuk
8. Rollen- en relatiespatroon
Auteurs : H. T. Speksnijder, J. M. Vink, C. A. M. Verhoeven, P. C. van Sintmaartensdijk-Schuijff
Gepubliceerd in: Verpleegkundige diagnoses in de hemato-oncologie
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Extract
Definitie: De toestand waarin iemand een verminderd, vertraagd of afwezig vermogen heeft om verbale communicatie te ontvangen, te bewerken, over te dragen en te gebruiken.
Samenhangende factoren
|
Symptomen
|
---|---|
□ Emotionele omstandigheden
□ Bijwerkingen van medicatie
□ Beperkingen ten gevolge van neurologische stoornis
Specificeer____
□ Beperkingen ten gevolge van cognitieve stoornis
Specificeer____
□ Psychologische obstakels (psychoses, gebrek aan prikkels)
□ Cultuurverschillen met betrekking tot taal
□ Verminderde bloeddoorstroming van de hersenen
□ Intelligentieniveau
□ Gehoorverlies
|
□ Moeite met het vormen van woorden of zinnen
□ Moeite met het begrijpen en in stand houden van de gebruikelijke communicatiepatronen
□ Onvermogen om de gebruikelijke taal te spreken
□ Desoriëntatie in tijd, plaats en persoon
□ Afasie (verlies van het vermogen om zich uit te drukken)
□ Dysfasie (stoornis in het vermogen om woorden of zinnen te vormen)
□ Apraxie (onvermogen om doelbewuste handelingen uit te voeren)
□ Dyslexie (onvermogen om te lezen)
|