Samenvatting
Het normale ritme van het hart, het sinusritme, vertoont een zekere regelmaat en een bepaalde snelheid, waarbij een onder- en een bovengrens vastgelegd zijn. In rust wordt een hartritme tussen 60 en 100 slagen per minuut als normaal beschouwd. Tijdens inspanning of koorts is een hartfrequentie boven de 100/minuut fysiologisch, net zo als een rustfrequentie van bijvoorbeeld 45/minuut gedurende de nacht of bij een getrainde duursporter met een hoge vagustonus. Wordt de regelmaat van het hartritme verstoord, dan spreekt men van een ritmestoornis. Een te traag hartritme wordt een bradycardie genoemd, een te snel hartritme heet een tachycardie.