Skip to main content
Top

2011 | OriginalPaper | Hoofdstuk

2. Relationele ethiek

Auteur : Charles I. Glicksberg

Gepubliceerd in: Contextuele hulpverlening

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Abstract

In het vorige hoofdstuk relationele ethiek werden vier belangrijke aspecten van het familie-erfgoed genoemd: erfelijke aanleg, sociale omgevingsfactoren, gebruiken en gewoonten, en normen en waarden. Deze zijn stuk voor stuk belangrijk binnen de hulpverlening en je kunt er als hulpverlener praktisch mee uit de voeten. Maar hoe helpend ze ook zijn, toch geven deze principes niet de kern van het contextuele denken weer. Fundamenteel in de benadering van Nagy is dat hij ervan uitgaat dat de basis van menselijke relaties wordt gevormd doordat mensen aan elkaar geven en van elkaar ontvangen. Dit geven en ontvangen leer je binnen de context waarin je opgroeit, evenals de balans die zich tussen deze beide ontwikkelt. Geven en ontvangen is een wederzijds gebeuren: in gezonde relaties zijn de betrokkenen vrij om aan elkaar te geven, voor elkaar te zorgen én om van elkaar te ontvangen. Geven en ontvangen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als je aan iemand iets kunt geven is dat waardevol. Blijkbaar heb je iets om te geven. Dat te ervaren doet een mens groeien in zelfvertrouwen. En je mag ook iets geven. Je relatie met die ander is blijkbaar dusdanig dat hij iets van je wil ontvangen. Hij staat er voor open. Je kunt alleen aan een ander geven als hij het ook ontvangt. Je kunt alleen ontvangen als er iemand bereid en in staat is iets te geven.
Metagegevens
Titel
Relationele ethiek
Auteur
Charles I. Glicksberg
Copyright
2011
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8111-1_2