Samenvatting
Wereldwijd wordt jaarlijks bij ongeveer 500.000 patiënten een tumor in het hoofd-halsgebied gediagnosticeerd. Deze patiënten worden veelal behandeld met radiotherapie, vaak in combinatie met chirurgie en/of chemotherapie. Om tijdens radiotherapie voldoende dosis op het doelgebied, de tumor, te krijgen moeten de ioniserende stralen ook de normale weefsels passeren en worden deze weefsels ‘mee bestraald’. Vanwege hun veelal ongunstige ligging ten opzichte van een tumor in de hoofd-halsregio liggen de speekselklieren bijna onvermijdelijk in het stralingsveld. Speekselklieren zijn zeer stralingsgevoelig en verliezen hun functie al grotendeels gedurende de eerste weken van de gewoonlijk zes tot zeven weken durende periode van de radiotherapie. Bij twee op de drie patiënten herstelt deze schade onvoldoende na afloop van de bestralingsperiode. Gebrek aan speeksel kan leiden tot xerostomie (het gevoel van een droge mond), problemen met spreken, kauwen en slikken, een verminderde smaak, en een verhoogde kans op het ontwikkelen van mondinfecties en cariës. Deze bijwerkingen hebben een grote impact op de kwaliteit van leven van de patiënten.