Samenvatting
Een reflex is een min of meer stereotiepe reactie op een stimulus, bijvoorbeeld een terugtrekreactie bij het zich branden. Traditioneel werden reflexen beschouwd als bouwstenen van een zinvol functionerend zenuwstelsel. De laatste tijd wordt dit in twijfel getrokken en wordt het belang van spontane neurale activiteit en gedrag meer benadrukt. Ons gedrag wordt slechts ten dele bepaald door reflexen (bijvoorbeeld in het verkeer). Een monosegmentale reflex verloopt over één ruggenmergsegment (bijvoorbeeld kniepeesreflex). Bij een multisegmentale reflex zijn meer segmenten betrokken, bijvoorbeeld terugtrekreflex, tonische halsreflex. ‘Long-loop’-reflexen verlopen via een lange lus, waarbij ook de cortex betrokken kan zijn. Onderzoek leert dat stimuli bijna altijd via meerdere niveaus verwerkt worden (o.a. spinaal, medullair en corticaal). Het is belangrijk de werking van stimulatietherapieën in dit licht te bezien (acupunctuur, manuele therapie). Zelfs de verwachtingen en ideeën van de patiënt spelen mee. Via segmentale reflexen zijn interacties mogelijk tussen ingewanden en oppervlakkige structuren, in twee richtingen: (1) viscero-somatisch en viscero-sympathisch, bijvoorbeeld spierspanning (hypertonie) respectievelijk vaatvernauwing (ischemie) bij een ingewandsstoornis; (2) somato-visceraal, bijvoorbeeld huidprikkels hebben invloed op blaas- of hartfunctie.