Het vaccinatiebeleid staat op dit moment weer volop in de belangstelling. Helaas niet alleen omdat er belangrijke nieuwe ontwikkelingen te melden zijn, maar ook omdat er in bepaalde kringen een toenemend wantrouwen bestaat, niet zozeer tegen de werking als wel tegen het ontkennen van het bestaan van belangrijke bijwerkingen. Misschien voelen ouders zich beschermd, omdat zo veel anderen rond hen hun kinderen toch wel laten vaccineren. Het opkomstpercentage voor het vaccinatieprogramma voor kinderen, dat in Nederland traditioneel hoog is, is de laatste jaren licht dalend. Het zou kunnen dat de huidige generatie ouders geen beeld meer heeft van de ellende die aandoeningen waarvoor nu gevaccineerd wordt kunnen aanrichten. Beelden van een stikkend kind door difterie, een kind aan de beademing als gevolg van polio en een kind met encefalitis door mazelen liggen verder achter ons. Toch is en blijft vaccineren wereldwijd waarschijnlijk de meest effectieve methode om de impact van ziekten te verminderen. Gelukkig kan gesteld worden dat de kans op het krijgen van belangrijke, nu nog onbekende, bijwerkingen vooral afhankelijk is van het aantal jaren dat al gevaccineerd wordt en het aantal personen dat gevaccineerd wordt. Hiervan uitgaand is de kans op verrassingen bij al langer bestaande vaccins minimaal. …