Abstract
Defecten van het aangezicht en de mandibula of maxilla kunnen ontstaan als gevolg van trauma, ontstekingsprocessen (bijvoorbeeld osteomyelitis), aangeboren afwijkingen (bijvoorbeeld schisis), fysiologische kaakbotresorptie (na extractie van gebitselementen) of goed- of kwaadaardige tumoren. Chirurgische behandeling van een goed- of kwaadaardige tumor in of nabij de mandibula of maxilla leidt veelal tot een benig defect én een wekedelendefect. Bij een dergelijke resectie kunnen ook een of meer gebitselementen verloren gaan. Het een en ander leidt tot een verstoring van orale functies, zoals het ademen, spreken, kauwen en slikken.