Samenvatting
Ouderen blijven tot op steeds hogere leeftijd zelfstandig. Op zeker moment kan een spanningsveld ontstaan tussen de uitoefening van autonomie en de behoefte aan zorg bij geestelijke achteruitgang. De rechten van de kwetsbare oudere patiënt worden besproken en wie de patiënt kan vertegenwoordigen als hij zelf niet meer goed kan beslissen. Ook zal aandacht worden besteed aan de nieuwe regels voor onvrijwillige zorg en de opname in een zorginstelling. Als laatste zal de problematiek rond het levenseinde worden besproken. Het hoofdstuk wordt geïllustreerd met voorbeelden uit de rechtspraak. Leerdoelen zijn: de arts weet wat de rechten van de patiënt zijn en wie de patiënt in geval van wilsonbekwaamheid kan vertegenwoordigen; hij kent de nieuwe regels voor onvrijwillige zorg; hij onderkent het belang van verslaglegging van wilsonbekwaamheid, wie in dat geval als vertegenwoordiger optreedt en welke wensen de patiënt heeft ten aanzien van behandeling en levenseinde.