20-05-2016 | Artikel
Psychotherapeuten en de dood
Pleidooi voor educatie
Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Psychotherapie | Uitgave 3/2016
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
In de psychotherapeutische praktijk zijn we eraan gewend dat alles besproken kan worden. Toch is er in de behandelkamer lang niet altijd plaats voor een gesprek over de dood of de angst daarvoor. Doordat mensen langer leven en minder vaak thuis sterven, lijkt de dood verder weg dan ooit. Bij ggz-professionals ontbreken derhalve leerervaringen met de dood gedurende het leven: de zogenoemde informele scholing. Maar ook formele scholing ontbreekt: er zijn nauwelijks georganiseerde leergangen over dood en doodsangst. Daardoor herkennen behandelaars lang niet altijd de doodsangst bij hun patiënten en zijn ze minder goed in staat hun tegenoverdracht op dit punt te duiden en ervoor te zorgen dat die een helpend gesprek niet in de weg staat. Aan zo’n gesprek is bij verschillende groepen patiënten behoefte. Patiënten met psychische problematiek lijden geregeld ook aan doodsangst. Daarnaast is er de groep mensen die geconfronteerd wordt met een levensbedreigende ziekte en zijn er ouderen die de laatste levensfase bereiken. Deze groepen zien psychotherapeuten al in hun spreekkamers. Naast het leven moet ook de dood daar zijn plaats kunnen innemen. Daarvoor is wel educatie nodig, in de reguliere opleidingen en in de vorm van nascholing. Het gaat dan om theoretisch en ervaringsgericht onderwijs met een multidisciplinaire benadering en aandacht voor psychologie, geneeskunde en ethiek. Psychotherapeuten zijn al gewend met onze patiënten te praten over angst, verdriet, onmacht en verlies. Met de juiste educatie kunnen zij doodsangst beter herkennen en mensen helpen omgaan met hun angst. Juist in een tijd waarin velen oud worden en medisch-technisch steeds meer kan, is dat van groot belang.