Samenvatting
Depressies genezen in 80 % van de gevallen spontaan. De medicamenteuze behandeling berust op herstel van de neurotransmitterbalans in de hersenen. Men onderscheidt tricyclische en niet-tricyclische antidepressiva. Deze medicijnen hebben veel vegetatieve bijwerkingen. MAO-remmers worden alleen gebruikt wanneer andere antidepressiva niet werkzaam blijken. Bij manisch depressieve en bipolaire stoornissen is lithium het geneesmiddel van de eerste keus. Hierbij moet de plasmaconcentratie regelmatig worden gecontroleerd. Antipsychotica oefenen hun effect uit door binding aan dopaminereceptoren in het limbisch systeem. Ook bij deze medicijnen komen veel extrapiramidale en centrale bijwerkingen voor. Het gebruik van benzodiazepinen in Nederland is de laatste jaren sterk gedaald. Deze middelen kennen relatief weinig bijwerkingen. Zij worden onder andere gebruikt als slaapmiddel en als anxiolyticum en bij anesthesie. Zij worden – naast andere middelen – ook gebruikt bij epileptische aanvallen, wanneer deze langer duren dan 5 minuten. De zwaardere middelen hebben interacties met veel andere geneesmiddelen. Voor de behandeling van een van de twee vormen van multiple sclerose is een aantal nieuwe geneesmiddelen ontwikkeld, die het immuunsysteem selectief remmen. Het doel van de medicamenteuze behandeling van de ziekte van Parkinson is voornamelijk bereiken dat de patiënt optimaal functioneert.