Skip to main content
Top

2014 | OriginalPaper | Hoofdstuk

33.  Psychoactieve middelen

Auteurs : Drs. H.A. de Haan, prof. dr. C.A.J. de Jong

Gepubliceerd in: Diagnose en therapie 2015–2016

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Inleiding

In dit hoofdstuk worden de belangrijkste psychoactieve middelen behandeld met hun diagnostische en therapeutische overwegingen. Dit wordt gedaan op een beknopte, heldere wijze door vakexperts. Achtereenvolgens komen aan bod: alcohol, cannabis; stimulantia: cocaïne, amfetaminen, MDMA, khat en coffeïne, vervolgens tripmiddelen: lsd, paddo’s en mescaline, en daarna achtereenvolgens nicotine, opioïden, en geneesmiddelen zoals benzodiazepinen, GHB en ketamine.
Metagegevens
Titel
Psychoactieve middelen psychoactieve middelen
Auteurs
Drs. H.A. de Haan
prof. dr. C.A.J. de Jong
Copyright
2014
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0610-7_33