Het merendeel (75 %) van de vrouwen in de Nederlandse bevolking ouder dan 45 jaar heeft enige mate van prolaps [
10]. Een groot deel van deze vrouwen heeft geen klachten en zal hiervoor dus niet bij een arts komen. De prevalentie van het meest kenmerkende symptoom, het zien of voelen van een uitstulping uit de vagina (‘balgevoel’), ligt een stuk lager, namelijk tussen 3 en 11 % [
1,
10]. Vaak wordt gedacht dat een prolaps pas klachten geeft als deze voorbij het hymen reikt [
2,
11], maar ook een prolaps die boven het hymen blijft, kan klachten veroorzaken zoals een zwaar of drukkend gevoel in de onderbuik of mictie-, defecatie- en seksuele klachten [
8,
9]. Vaak nemen de klachten aan het einde van de dag toe. Slechts 19 % van de vrouwen die zich met bekkenbodemklachten bij de huisarts melden en bij wie een prolaps gediagnosticeerd wordt, heeft het typische balgevoel. De overige vrouwen hebben andere klachten [
7] die voornamelijk bepaald worden door de aard en ernst van de prolaps. Mictieklachten komen vooral voor bij een prolaps van de vaginavoorwand. Bij een milde prolaps staat stressincontinentie vaak op de voorgrond, terwijl moeite met uitplassen meer voorkomt bij een gevorderde prolaps. Van alle vrouwen met een gevorderde prolaps (stadium ≥ 2) heeft ongeveer 40 % stressincontinentie [
12]. Van de resterende 60 % heeft 36–80 % een zogeheten occulte stressincontinentie: de blaas kan door de prolaps lager komen te liggen, waardoor de urethra knikt en incontinentie gemaskeerd wordt [
13]. Soms moeten vrouwen de prolaps van de vaginawand terugdrukken, alvorens ze goed kunnen plassen. Met name bij een prolaps van de achterwand kunnen vrouwen moeite hebben om de ontlasting kwijt te raken of ze verliezen ongewenst ontlasting. Sommige vrouwen moeten de prolaps terugdrukken als ze ontlasting willen produceren. Een prolaps kan ook een negatief effect hebben op de seksuele activiteit en de beleving ervan. Vrouwen met een gevorderde prolaps voelen zich soms seksueel minder aantrekkelijk dan vrouwen zonder prolaps [
14]. Daarnaast geeft meer dan een derde van de seksueel actieve vrouwen met een gevorderde prolaps aan dat hun seksualiteit door de prolapsklachten negatief wordt beïnvloed [
15]. Niet zozeer door de lichamelijke veranderingen, als wel door de psychische last die het hebben van een prolaps voor veel vrouwen betekent [
16,
17].Vrouwen die last hebben van urine- of fecale incontinentie tijdens seksuele activiteit, vermijden seksuele activiteit vaak, vanwege de angst of de schaamte die dit met zich meebrengt. Behandeling van de klachten kan leiden tot een positiever zelfbeeld, minder schaamtegevoel en daarmee ook een verbetering van het seksueel functioneren [
18].
Achtereenvolgens zullen de diagnostiek van prolaps, verschillende conservatieve behandelmogelijkheden (leefstijladviezen, bekkenbodemoefeningen, pessariumbehandeling), het aanmeten van een pessarium en redenen om te verwijzen worden besproken.