Samenvatting
Het professioneel omgaan met geneesmiddelen beslaat de hele route van het medicijn (medicatieproces): voorschrijven, leveren, opslag/beheer, gereedmaken, toedienen, evalueren (zie paragraaf
2.1).
De Geneesmiddelenwet regelt dat alleen artsen, tandartsen, verloskundigen en enkele groepen gespecialiseerde verpleegkundigen bevoegd zijn om geneesmiddelen voor te schrijven. Zij bepalen zelf welk middel ze voorschrijven, al volgen steeds meer professionals de richtlijnen van hun beroepsgroep (zie paragraaf
2.2.1).
Een apotheker is bevoegd geneesmiddelen op recept te leveren, desgewenst in een baxterverpakking of doseerdoos. Als het om een generiek middel gaat, kan de apotheker kiezen bij welke fabrikant hij het middel inkoopt. Geneesmiddelen van de risicomedicatielijst, zoals insuline en orale antistollingsmiddelen, levert de apotheker apart aan (zie paragraaf
2.2.2).
In een zorginstelling zijn er regels voor het bewaren van (een voorraad) medicijnen, bijvoorbeeld op de afdeling. Ook dat moet veilig gebeuren. Voor het bewaren van opioïden gelden extra strenge regels.
Door de voorraadkast slim in te richten, kan het risico op fouten met look-alikes en sound-alikes worden verkleind (zie paragraaf
2.2.3).
Omdat er vooral veel fouten werden gemaakt bij het gereedmaken van medicatie, zijn hiervoor landelijke richtlijnen ontwikkeld (zie paragraaf
2.2.4).
Geneesmiddelen toedienen is geen voorbehouden handeling. Wél het toedienen met een injectie; dat mag alleen als je bevoegd bent – door bijvoorbeeld een erkend diploma – én bekwaam bent (zie paragraaf
2.2.5).
De medicatie van patiënten wordt geëvalueerd. Daarnaast wordt het medicatieproces (de keten) als geheel geëvalueerd (zie paragraaf
2.2.6).
De verpleegkundige taken bij het toedienen van geneesmiddelen worden onderscheiden in drie fasen: voor, tijdens en na toediening. Een essentieel onderdeel van de voorbereiding is het controleren. Na toediening volgen registratie en observatie. Voor gebruik in verpleeg- en verzorgingshuizen is een lijst met alarmsignalen ontwikkeld, het zogenoemde rodevlaggeninstrument (zie paragraaf
2.3). De Geneesmiddelenwet, de WGBO, richtlijnen zoals de richtlijn VTGM (Voor Toediening Gereed Maken van medicatie) en protocollen geven aan wat een verpleegkundige wel en niet mag bij het toedienen van medicatie (zie paragraaf
2.3).
Er worden relatief veel fouten gemaakt met geneesmiddelen. (Bijna-)fouten behoren te worden gemeld volgens de procedure van de instelling (Melding Incident Cliëntenzorg of Patiëntenzorg) (zie paragraaf
2.4).