Skip to main content

Problematische gehechtheid en nieuwe ouder-kindrelaties

Meestal ontwikkelen kinderen de eerste gehechtheidsrelaties met volwassenen als ze tussen 6 maanden en 12 maanden oud zijn. In die leeftijd gaat het om gehechtheid met ouders, grootouders of een crècheleidster. Kinderen kunnen met meerdere mensen in hun omgeving gehechtheidsrelaties aan gaan en deze variëren in aard en intensiteit. Ook kinderen die verwaarloosd of mishandeld worden, hechten zich aan hun ouders, maar ze hebben wel een veel grotere kans dat dit een problematische en onveilige gehechtheid is. Er zijn verschillende vormen van onveilige gehechtheid: Vermijdende, ambivalente en gedesorganiseerde gehechtheid.
Een veilige gehechtheid legt de basis voor een goede ontwikkeling van het kind. Kinderen die veilig gehecht zijn, kunnen gemakkelijker om gaan met stress, zijn succesvoller in de volwassenheid, zowel wat betreft maatschappelijke ontwikkeling als ook wat betreft partner relaties en vriendschappen.
Een problematische of onveilige gehechtheid leidt tot een groter risico op zowel psychiatrische problematiek als lichamelijke ziekte in het latere leven. Er kan achterstand in de ontwikkeling optreden, zich onder andere uitend in een lager IQ en meer moeite om maatschappelijk succesvol te zijn.

In deze e- learning gaan we dieper in op de mogelijke oorzaken voor een problematische gehechtheid, we zullen zien dat dit kan plaatsvinden in elke nieuwe ouder-kindrelatie, zoals ook bij pleegkinderen en bij adoptie. Deze e-learning is opgebouwd rond een aantal principes en casus. Deze principes worden vanaf deel 2 steeds weergegeven door een tekening. In de video-interviews gaan we steeds op de tekeningen in.

Over de expert
Dr. Hans van Andel, kinder- en jeugdpsychiater, directeur Zorg bij GGZ Dimence 

Met een BSL Psychologie Totaal abonnement kunt u deze module gratis volgen