Abstract
Het model dat aangeeft hoe de factoren voor het ontstaan van tandcariës in elkaar grijpen, heeft sinds de eerste publicatie veel aanpassingen ondergaan (Keyes e.a., 1963). Bovendien werd duidelijk dat deze factoren niet alleen een rol spelen bij het ontstaan van cariës, maar ook bij het ontstaan van parodontale aandoeningen. Figuur 14-1 geeft een overzicht van deze factoren (König en Mikx, 1996). Een opvallend afwezige factor is de leeftijd. Toch werd vroeger altijd beweerd dat cariës vooral een jeugdziekte is en dat parodontale aandoeningen pas op oudere leeftijd optreden. Deze uitspraken waren onder meer gebaseerd op het feit dat bij ouderen alle tandvlakken met cariësrisico reeds of gevuld of geëxtraheerd waren. Bovendien werd veel waarde gehecht aan posteruptieve maturatie, waardoor het gebit in de loop der jaren minder cariësgevoelig zou worden (hoofdstuk 6). Verondersteld werd dat parodontale aandoeningen vooral bij ouderen voorkomen, hetgeen berust op de ervaring dat gingivitis weliswaar op alle leeftijden voorkomt, maar dat ernstige parodontale afwijkingen vooral bij volwassenen worden gezien.