Skip to main content
Top

2020 | OriginalPaper | Hoofdstuk

4. Prevalentie van zelfverwonding: belangrijke groepen

Auteur : Barent W. Walsh

Gepubliceerd in: Behandeling van zelfverwonding

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De prevalentie van zelfverwonding in de Verenigde Staten lijkt opvallend toe te nemen. Aan het begin van de jaren tachtig kwam volgens Pattison en Kahan (1983) bij 400 op de 100.000 Amerikanen ‘doelbewuste zelfbeschadiging’ ofwel zelfverwonding voor. Eind jaren tachtig was dat aantal toegenomen tot 750 per 100.000 (Favazza en Conterio 1988), en eind jaren negentig was het uitgegroeid tot 1400 per 100.000 (Conterio en Lader 1998). Als deze schattingen correct zijn, is zelfverwonding in vijftien jaar tijd dus met 250 % toegenomen. Een alternatieve verklaring is dat zelfverwonding nu meer publieke aandacht krijgt, omdat het beter wordt herkend als een belangrijk gezondheidsprobleem. Wellicht zijn de rapportages over zelfverwonding daardoor nauwkeuriger geworden. Maar het kan ook allebei waar zijn: zelfverwonding komt meer voor én de rapportage erover is preciezer. Ongeacht de verklaring ervoor moeten we benadrukken dat deze cijfers slechts grove schattingen zijn. Een van de frustraties als je probeert inzicht te krijgen in zelfverwonding is dat er tot nu toe nog geen grote landelijke epidemiologische onderzoeken naar dit gedrag zijn uitgevoerd.
Metagegevens
Titel
Prevalentie van zelfverwonding: belangrijke groepen
Auteur
Barent W. Walsh
Copyright
2020
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2393-7_4